Met enige onregelmatigheid schrijven Leike en Jaap elkaar een dialoogblog over het vak en de wereld. Daar kun je je op abonneren, dan krijg je bij iedere nieuwe blogpost een melding. Ook heel leuk vinden we het als je je ermee bemoeit en een eigen bijdrage levert. Naar een specifieke blogpost zoeken of neuzen door alle titels kan in het blog overzicht.

Reality TV

3 februari 2024


Beste Leike,

Gisteren kwam het rapport Van Rijn uit over de werkomstandigheden bij de NPO. Ik vind het rapport – “Over zoekgeraakte verantwoordelijkheid”, zoals de ondertitel luidt –  best knap. Je leest hoezeer het de onderzoekers naar de patronen kijken en proberen te voorkomen dat ze in de valkuil stappen van personeelsbeoordelingen of rechercheonderzoek met waarheidsvinding in de klassieke zin. Niet wat er nu precies feitelijk is gebeurd staat voorop, maar vooral wat de effecten zijn van de ervaringen op de mensen die er werken. De cultuur is belangrijker dan de incidenten. Wat een verschil met het onderzoek naar Arib waar we elkaar eerder over schreven.

Al lezend haalde ik eruit dat de cultuur bij de omroep gekenmerkt wordt door concurrentie en competitie van iedereen met iedereen. In een mistige structuur van allerlei door elkaar heen functionerende organisaties, prima donna-gedrag van BN-ers, werken onder voortdurende tijdsdruk en veel korte en onzekere dienstverbanden. Zo’n context werpt je op jezelf terug, geeft onvoldoende houvast en veiligheid en produceert agressie.

Iedereen was geschokt over de resultaten van het onderzoek: de onderzoekers zelf, de journalisten, de bestuurders en ieder ander die commentaar mocht leveren. Was jij dat ook Leike?

Ik eerlijk gezegd niet. Niet dat ik het niet enorm verkeerd vind, maar het was geen onverwacht beeld. Misschien dat ik teveel organisaties van binnen heb gezien, misschien dat ik teveel mensen heb gesproken over wat ze in hun werk meemaken, misschien is mijn fantasie te groot, maar ik zag deze wel aankomen. Want de cultuurkenmerken die Van Rijn beschrijft, produceren dit soort gedrag. Proefdieren worden bijterig in dit soort omstandigheden, mensen ook. Ik durf de voorspelling wel aan dat het bij de commerciëlen niet anders zal zijn.

En toen startte het feest van de media die reageren op een bericht over de media.

In Nieuwsuur moest de baas van NPO op het matje komen bij Jeroen Wollaars die in zijn gedrag precies liet zien wat er zo misgaat bij die NPO. Geen kritisch belangstellende vragen, maar een agressief kruisverhoor om de schuldige niet te laten ontkomen. Diezelfde avond wist een andere journalist de baas van de BNN/VARA te ontfutselen dat het fysieke geweld bij DWDD inderdaad afkomstig zou zijn van de presentator. Gelukkig een schuldige. Nog iemand die we kennen ook, dus dat maakt het nog beeldender. Fijn! Kockelmann wilde in OP1 ook direct weten wat de onderzoekers ervan vonden en wat ertegen gedaan moest worden, want – zo wist hij blijkbaar – fysiek geweld is nog erger dan psychisch geweld.

Wat mij dan weer verbaast, is dat het gesprek niet gaat over wat zo’n cultuur doet met hoe wij, de burgers, informatie voorgeschoten krijgen. Wat betekent het als ons nieuws en ons entertainment wordt bereid in een keuken waar het er zo aan toegaat?

Organisatiecultuur is een kracht die sterker is dan mensen. Het heeft de neiging gewoon gevonden te worden.  Vanuit deze opvatting over wat normaal is, wordt geselecteerd welk nieuws we aangeboden krijgen en met welke stijl het opgediend wordt. Vanuit deze keuken komt er nog weer eens een quiz, of zo’n jolige combinatie van nieuws dat onderbroken wordt door een nieuwsquiz. Het is deze cultuur die nieuws het liefste brengt als een controverse tussen twee uitersten die vijf minuten met elkaar in debat mogen. Deze cultuur die ons laat denken dat de waarheid wel in het midden zal liggen als een wetenschapper in debat gaat met de onvermijdelijke Gerard Joling. Het is vanuit deze cultuur dat Jeroen Wollaars bijna schuim op zijn mond krijgt als hij weer iemand wil ontmaskeren. Het is vanuit deze cultuur dat Sven Kockelmann mentaal geweld acceptabeler vindt dan de fysieke variant. Het is deze cultuur die in Den Haag steeds op zoek gaat naar schuldigen, naar individuen. Dit normaal dat dat ook doet als het intern rot blijkt te zijn.

Zo zagen we heel aanschouwelijk hoe mensen zich gedragen als ze, als onderdeel van die cultuur, een spiegel voorgehouden krijgen. We zien de agressie, het spelen op de man, het hebben van snelle meningen over het werk van anderen. We zagen het Hilversumse normaal in actie, de bedrijfscultuur als een realityshow.

Daarom is de les die de onderzoekers meegeven: “Doe normaal tegen elkaar”, zo ongelooflijk naïef! Het normaal van Hilversum is ziekmakend. Oproepen tot normaal betekent hier een onbedoelde aanzet tot recidive.

Groet,  Jaap

 

Zijn ze dom of zijn ze slecht?

18 december 2023


Beste Jaap,

 

Wat een poppenkast is de Tweede Kamer op dit moment. Mijn hemel, wat een cynische grappen en overwinnaarsleedvermaak. Ik zou ernaar kunnen kijken als een herschikking van de machtsverhoudingen. Daar hoort nu eenmaal bij dat koersen verlegd worden. Zo zit onze parlementaire democratie in elkaar. Maar het sneren en de haatdragende ondertoon lekken door alle spitsvondigheden, draairedeneringen en debattrucs heen. Voor mij ziet al het gehakketak eruit als een naderende ramp. Hier is een groep mensen niet bezig met het besturen van het land en het oplossen van de ernstige vraagstukken die er liggen, maar bezig om diezelfde vraagstukken voor eigen gewin in de Kamer aan te wenden.

 

Bij een land besturen hoort zorgvuldigheid. Je besluiten raken een burgers, mensen. Je keuzes zijn nooit voor alle groepen in de maatschappij gunstig, dus je moet kijken naar hoe je daarin evenwicht bewaart. Tijdens de verkiezingen had iedereen de mond vol over bestaanszekerheid, maar het huidige gedrag in de Kamer laat precies zien dat die zekerheid hen geen laars interesseert. Hoe roekeloos ben je als je meteen naar de verkiezingen gaat experimenteren met grondrechten? En wat te denken van het gedoe over de spreidingswet, die is bedoeld om de hier aanwezige vluchtelingen eerlijk over het land te verspreiden. Hoe ze daar nu mee omgaan, heeft helemaal niks meer te maken met het oplossen van een schrijnend plaatsingsvraagstuk. Wat het wel is? Spierballen laten zien, rekeningen vereffenen? Dat je eigen partijgenoot en staatssecretaris daarbij onder de bus komt, is collateral damage blijkbaar.

 

Het is een experiment aan het worden, waarvan we niet zeker weten of onze democratie het houdt. Op dat laatste hebben we altijd vertrouwd. Ongeacht wie er aan de macht komt, ons democratisch systeem houdt het wel in evenwicht. Systeemvertrouwen heet dat. Niklas Luhmann beschrijft beeldend hoe dat: je hoeft de piloot niet te kennen voor je in een vliegtuig stapt. We vertrouwen erop dat wat we gebouwd hebben werkt, dat dat niet afhankelijk is van mensen. Iets soortgelijks doen we met onze democratie. Die kan wel tegen een stootje, denken we. De vraag is of dat nog langer zo is.

 

Ik lig er wakker van. Dit gaat niet goed. Waarbij voor mij de grote vraag is: zijn ze dom of zijn ze slecht? Dom als in dat ze zo losgezongen zijn geraakt van het land en de vraagstukken die er spelen, dat ze niet meer doorhebben wat ze aanrichten. Slecht als in dat ze bewust aankoersen op wanorde en rotzooi in het land om hun politieke punt te kunnen maken.

 

Misschien maakt het niet eens uit. Ik schreef ooit dat onze democratie stuk kan, dat we er voorzichtig mee moeten doen. In de reacties op social media werd mijn zorg gesust door mensen met systeemvertrouwen. Toen hadden ze misschien gelijk, maar nu hebben we denk ik nog nooit zo dicht gezeten bij dat dat stuk gaan ook echt kan gebeuren. Ik hou mijn hart vast.

Groet, Leike

 

Single loop politics

20 november 2023


Beste Leike,
 
Waarschijnlijk zijn single en double loop learning de bekendste begrippen in het denken van Chris Argyris We gebruiken ze in ons vak vaak, dus, dacht ik, misschien helpen ze me ook wel om de huidige politiek te begrijpen. Het kwam in mijn gedachten, omdat ik verbijsterd ben over hoe Dilan Yesilgöz steeds wegkomt met haar “problemen fixen voor de mensen”.
 
Bij ‘single loop learning’ onderneem je een actie met een bepaald doel. Als dat werkt dan ben je tevreden en leer je ervan dat de genomen actie effectief is. Het leidt meestal tot herhaling, want het werkt. Als je het doel niet bereikt, bedenk je een nieuwe actie om het alsnog te bereiken. Als dat weer niet lukt, bedenk je weer iets anders. Dus als je werkt, herhaal je het. Als het niet meer werkt, zoek je een alternatief. Heel effectief voor eenvoudige problemen als het koken van een halfzacht ei.
 
‘Double loop learning’ is different cook. Ook hier neem je een actie en kijk je of je daarmee je doel bereikt. Als dat niet zo is, ga je niet anders handelen, maar vraag je je af waarom het niet lukte. De niet-effectieve actie die je ondernam was immers niet zomaar lukraak; je had waarschijnlijk het idee dat het zou werken. En dat idee had je op grond van veronderstellingen over de aard van het te bereiken doel en de te ondernemen acties. Bij double loop learning onderzoek je je eigen veronderstellingen. Misschien was het een heel verkeerde aanname en moet je op zoek naar alternatieve principes.
Je graaft een spaatje dieper dus, naar de achterliggende logica, naar de houdbaarheid van je eigen vanzelfsprekendheden.
 
Nu ons land (en de wereld) in allerlei crises verwikkeld is, zou je zeggen dat ‘double loop learning’ aan de orde van de dag zou zijn. Neem nu de wooncrisis.
Single loop is de oplossing voor de woningnood “bouwen, bouwen, bouwen”. In ieder gebouwd huis kunnen immers mensen wonen. Bij double loop stel je de vraag wat er aan de hand is, en hoe ons handelen daaraan bijdraagt. Hoe zijn we in die woningnood verzeild geraakt en waarom werken de bestaande oplossingen niet meer? Dan zie je de invloed van het vervangen van ‘volkshuisvesting’ door woningmarkt, de hypotheekrenteaftrek, het verkopen van sociale huurwoningen aan buitenlandse investeerders, het afschaffen van een heel ministerie. Maar ook demografische gegevens, de verduurzamingsopgave, het gebrek aan ruimte, de verstikkende regelzucht en ongetwijfeld nog veel meer komen in beeld.
 
Bovenstaande factoren zijn sterk verbonden met de politieke geschiedenis van de VVD. Ik begrijp daarom wel dat die partij liever vooruitkijkt dan verantwoording aflegt. De double loop-blik is pijnlijk. Maar hun single loop oplossingen gaan ons niet helpen de huidige vraagstukken op te lossen.
 
Toen kreeg ik een tweede, verontrustende, gedachte. Is single loop learning rechts en double loop links? Zien we juist aan de rechterkant de simpele oplossingen, terwijl men aan de linkerkant allerlei ingewikkelde samenhangende problemen ziet die je misschien niet eens echt kunt oplossen maar vooral slim moet zien te hanteren?
Als je kijkt naar deze debatten, zou het zomaar kunnen.
 
Tot mijn opluchting vond ik bewijs voor dat mijn gedachte niet klopte. Want buitenbeen Pieter Omtzigt is een double looper. Hij graaft diep in zijn dossiers, zoekt het inhoudelijke debat en onderzoekt de achterliggende principes. Hij ziet bestaanszekerheid als een onderliggend vraagstuk dat in veel van de binnenlandse crises een rol speelt, en zijn analyse brengt hem tot staatsrechtelijke voorstellen. Links kan je hem echter niet noemen. Hij is oerconservatief en doet net of Nederland bij de grens ophoudt. Klimaat, oorlogen, de rol van Europa in een wereld op drift, globale machtspolitiek, hij lijkt er geen visie op te hebben. Een double loop denker, maar niet links.
Ik ben daar blij om.
Een double looper op rechts biedt de mogelijkheid echte inhoudelijke debatten te voeren. Tegen oneliners helpen geen argumenten. Met diepgang aan beide kanten van het spectrum kun je respectvol verder komen. Common ground, een spaatje dieper.
 
Groet, Jaap
 

Losjes gekoppeld kiezen

17 november 2023


Beste Jaap,

 

Scherpe analyse maakte je over wat de dames en heren politici al debatterend doen. Ik mijmerde er wat over door en kreeg wat onthechte gedachten.

Want als het weer verkiezingstijd is, doen we altijd of dat hele proces van en rond de verkiezingen een logisch samenhangend geheel is, inclusief de voorspellingen die je erover kunt doen. We zeggen wel ‘peilingen zijn palingen’, maar toch proberen we alles wat er gebeurt te lezen alsof er een duidelijk verband is tussen programma’s, debatten en kiesgedrag. Terwijl dat natuurlijk de vraag is.

Ik liet er Weicks theorie over losse en hechte koppelingen maar eens op los. Karl Weick (en hij niet alleen overigens) stelt dat sommige delen van een systeem hecht gekoppeld zijn; er is dan een stevige verbinding tussen de verschillende delen, ze hangen hecht samen en hebben veel invloed op elkaar. Andere delen zijn losjes of licht gekoppeld; de verbindingen zijn dan niet zo sterk en ze hebben niet zoveel invloed op elkaar.

 

Als je zo kijkt, dan kun je misschien wel zeggen dat onder de Haagse kaasstolp de partijen in thema’s en taal behoorlijk hecht gekoppeld zijn. Ze vinden allemaal dezelfde thema’s belangrijk en roepen er ongeveer hetzelfde over. Opeens wil bijvoorbeeld iedereen bestaanszekerheid. Mijn gok is bovendien dat de debatten en de wens om de kiezer te paaien, die koppeling alleen maar hechter maakt. Op zoek naar de kiezersgunst ontstaan er losse koppelingen tussen de oude idealen en de -door spindoctors- gefabriceerde teksten.

 

Er is nog een veel lossere koppeling tussen praat en daad. Wat in de debatten geponeerd wordt blijkt genuanceerder, of juist minder genuanceerd in de programma’s te staan. En wat in de programma’s staat, is ook nog eens losjes gekoppeld met de haalbaarheid ervan. En dan hebben we het nog niet over de losse koppeling tussen wat in de programma’s staat en de uitkomst van het formatieproces dat nog moet volgen. Elk jaar zijn kiezers weer teleurgesteld dat daar water bij de wijn wordt gedaan.

Al met al is er dus een nogal losse koppeling tussen de verkiezingsretoriek en het handelen als het erop aankomt.

 

Maar die politieke partijen hebben het met ons, de kiezers, ook behoorlijk te stellen. Misschien hopen zij nog dat er een hechte koppeling is tussen waar zij voor staan en wat wij willen. Maar die verbinding hebben we al losgelaten toen partijen hun ideologische veren afschudden. Vroeger was je gewoon van een partij. Je kwam uit een rood of liberaal nest. Je ouders, je plek in de maatschappij, de zuil waarin je opgroeide bepaalden in hoge mate je stemgedrag. Ik om uit katholiek Nederland. Daar stemde je KVP, later CDA. Dat was vanzelfsprekend, punt. Maar hoe onbelangrijker die zuilen werden, hoe minder vanzelfsprekend dat werd. Mijn moeder, traditiegetrouw CDA stemmend, ontmoette een keer Max van de Berg van de PvdA. Dat vond ze zo’n leuke man, met zo’n goede visie. Hup, van CDA naar PvdA. Dat had 20 jaar daarvoor echt niet gekund.

In de loop van de tijd zijn we allemaal in meer of mindere mate gaan zweven, omdat onze identiteiten niet meer zo vastliggen als vroeger. Zweven is losjes-gekoppeld kiezen.

 

Een van de meest gehoorde uitspraken is dat er nu echt wat te kiezen valt, met al die vertrekkende en komende politici, de groeiende urgentie, het gevoel in de maatschappij dat het echt anders moet. De impliciete aanname die daaronder lijkt te zitten, is dat er een hechte koppeling is tussen dat gegeven en verandering van stemgedrag.

Ik denk, gezien bovenstaande analyse, dat we ons daar wel eens in kunnen vergissen.

Groet, Leike

 

Problemen oplossen?

9 november 2023


Beste Leike,
 
Kijk jij ook zo geïntrigeerd naar de verkiezingsdebatten? Naar die ‘met meel in de mond pratende’ risicomijders? Pieter Omtzigt die maar niet kan besluiten of ‘ie wel of niet premier wil worden? Omdat hij nodig is om aan een meerderheid te komen, zie je dat Timmermans en Yezilgöz hem naar de mond praten. Als twee puistige tienerjongens naar dat onzekere meisje. Ik kijk even naar deze drie omdat ze alle drie een kans maken de grootste te worden.
 
En oh, wat zijn ze bang iets verkeerds te zeggen in zo’n debat. De angst dat je op social media en in de talkshows achtervolgd wordt met een uitglijder als dat je je verkiezingsprogramma niet laat doorrekenen, omdat het CPB “uitrekent wat alles kost”. Arme Caroline. Ze wilde er nog achteraan zeggen dat het CPB namelijk niet altijd vertelt wat het opbrengt, maar toen was ze al weggehoond. Dat zal haar leren om als een gewoon mens te praten.
Het leidt tot gespinde teksten, slimme oneliners, fijne soundbites. Deze keer verpakt in ‘inhoud’ want Pieter wil graag over inhoud praten en onderzoeken hebben opgeleverd dat ook kiezers wel wat meer inhoud willen. Maar echte inhoud krijgen we niet, we zien meer een poging om de zaak vooral niet op de spits te drijven, omdat uit onderzoek ook blijkt dat veel mensen nodeloze polarisatie een beetje zat zijn. Dus zien we nu vooral partijen die steeds maar duidelijk maken waarin ze overeenkomen. In plaats van een ideeënstrijd zien we conflictvermijding en onhandig geflirt.
 
Deze zomer dachten we allemaal nog dat dit wel eens heel interessante verkiezingen zouden kunnen worden. Verkiezingen zonder de eeuwige Rutte, met een geëxplodeerde BBB, met de nog raadselachtige Pieter O. (gaat ie meedoen?), met een nieuwe combinatie op links aangevoerd door een voormalige stemmentrekker met een internationaal profiel, met een gedecimeerd CDA en een zich herhalende PVV.
Er staat bovendien op dit moment zoveel op het spel. Steeds meer mensen beseffen dat het klimaat uit de hand loopt. Oorlogen vragen om een snel sterker Europa. Er is woningnood en ruimtegebrek, armoede, inflatie, personeelstekorten en een overheidsorganisatie die compleet is uitgewoond. Er is wantrouwen en chagrijn in de samenleving.
Ach, iedereen kan van die rijtjes maken. Fundamentele problemen, hele complexe vraagstukken. Eigenlijk zijn het geen problemen, maar problematieken: samenhangende vraagstukken waarvoor geen eenvoudige oplossingen bestaan. En al helemaal geen oplossingen die niet ergens pijn zullen doen. Het zijn symptomen van een manier van denken die op zijn laatste benen loopt. Als het een bedrijf zou zijn, zou niemand er nog een dubbeltje in investeren. Letterlijk hè? Want de Belastingdienst heeft aangekondigd over een paar jaar sommige belastingen niet meer kan innen. We zijn op slopershoogte. Zonder echte vernieuwing is het failliet.
 
Maar wat zien we in de debatten aan verkiezingsretoriek? Een flets spel, een onderhandeling voor de taart gebakken is. Meer aandacht voor de goede verhoudingen, dan voor wat op het spel staat. Dilan Yesilgöz doet gewoon als Rutte: zij gaat “problemen oplossen”. Ze gaat door op de ingeslagen doodlopende weg. Losse incidenten aanpakken, hier en daar wat dekstoelen verzetten op de Titanic. Ontkennen van de betonrot.
Omtzigt is het slachtoffer van zijn succes. Een geweldige dossiervreter met een sterk rechtvaardigheidsgevoel die zijn tanden ergens inzette en nu heilig is verklaard. Het is als in een roman. Een held tegen wil en dank, iemand die de overschrijding van zijn grenzen heeft moeten bekopen met een stevige burn-out en weet dat de volgende op de loer ligt. Maar die nu door het lot moet besluiten of hij premier wil worden. Iets waarvan hij ook wel weet dat hij daar niet geschikt voor is, en dat hij niet wil, maar hij heeft geen alternatief. Dus stelt hij uit en uit en uit. De verlamming van een perfectionist in tijdnood. Ik denk dat hij hoopt niet de grootste te worden en niet hoeft te kiezen.
En dan Timmerfrans. De gepassioneerde politicus, de Macher, de man met statuur en ervaring. Die lijkt geen schim van wie hij was. Het is alsof hij met dat onhandig grote lijf zich in een porseleinkast beweegt. Bang om opnieuw buitenspel te komen staan met links. Wat zou ik hem gunnen om uit de porseleinkast te komen en uit te spreken wat hij echt vindt, waar hij eigenlijk naartoe wil.
 
Waarom hij dat niet doet? We zien nu al tientallen jaren dat de politieke partijen aan marketing doen. Kijken waar gaten in de kiezersmarkt zitten en daar hun verhalen op aanpassen. Idealen zijn ondergeschikt gemaakt aan peilingen en focusgroepen. Politici lopen achter kiezers aan in plaats van omgekeerd. De leerzame uitzondering op dit marketingspel is Pieter Omtzigt. Met een geloofwaardige eigenwijsheid komt hij met een programma en een aanpak die breekt met alle spindoctorslogica en mediatraining. En de kiezer vindt hem een overtuigende en authentieke idealist
 
Stel je nu eens voor dat ook Timmermans, in plaats van volgerschap, leiderschap toont en zijn idealen stevig neerzet. Een visie op de komende vijftien, twintig jaar. Grote lijnen, perspectieven, maar ook het bloed, het zweet en de tranen die samenhangen met echte keuzes. Dat het niet makkelijker wordt, maar eerst moeilijker.
Het is natuurlijk riskant, maar als links een alternatief wil zijn, lukt dat niet door vrienden te maken met Dilan en Pieter. Dat biedt de kiezer geen keuze.
 
Groet, Jaap

Ik onderschatte Wopke

10 oktober 2023


Beste Leike,

Voor de Ambachtsschool schreef ik een blog over het optreden van Wobke Hoekstra in het Europese Parlement. Veel mensen hebben zich er al vrolijk over gemaakt. Ik ook. Het leek zo’n afgang, de manier waarop hij alles van daarvoor verloochende om in de smaak te vallen.

Maar wat als ik het bij het verkeerde eind had en Wopke onderschatte? Wat als Wopke iedereen briljant bij de neus nam. Hoe zou dat eruit kunnen zien?

Stel nu dat de kinderen van Wopke inderdaad wekelijks aan hem vragen hoe het verder moet de met oorlog in Ukraine en het klimaat. Stel dat hij zich realiseert dat hij iets goed te maken heeft. Hij heeft immers zijn partij naar de Filistijnen geholpen, het kabinet en het stikstofbeleid pootje gelicht door zijn handtekening onder het regeerakkoord gewoon weg te halen en heeft een imago als sprekende pop met een platitudegenerator. Stel dat hij denkt dat hij echt iets moet doen dat goed is voor de wereld, of voor zijn kinderen? Een flinke zwiep geven aan het klimaatbeleid van heel Europa? En dat hij daar iets heel slims voor bedenkt.

Hij meldt bij Rutte dat hoewel Kaag natuurlijk voor de hand ligt voor de vrijkomende functie van Eurocommissaris, hij ook kandidaat wil zijn. Hij belt met Weber, de baas van de Europese Christendemocraten en met Ursula von der Leyen. Hij vertelt hen dan hij het Nederlandse stikstofbeleid ook al pootje lichtte en dat hij best bereid is dat ook te doen met de greendeal die Timmermans groot had gemaakt. Die twee vallen wel voor het idee dat een partijgenoot met een gematigd klimaatbeleid in zijn portefeuille hen kan helpen in de komende Europese verkiezingen. Wopke had ook nog even fijntjes gewezen op de dreiging voor de christendemocraten van partijen als de BBB. Die vreet in Nederland ook het CDA leeg en groeit als kool.

Ursula vraagt vervolgens aan Mark Rutte om Wopke voor te dragen. Die voelt daar wel voor doet graag iets terug voor zijn mattie Wopke. Bij de formatie was hij destijds als eerste aan boord en hij zegt altijd dezelfde dingen als hijzelf. En vrienden blijven met Ursula kan geen kwaad. Hij weet nog steeds niet wat ie straks wil gaan doen.

Hier maakt de altijd slimme Mark een redeneerfout. Hij denkt dat Wopke er wel door komt, die zegt toch net als hij altijd goede lege dingen waar je alle kanten mee op kunt?

Dan wordt Wopke gehoord door de klimaatcommissie van het Europese Parlement. Een gewoonte die wij hier niet hebben, bij ons accepteert het parlement ongezien alle ministers als ze maar tot de coalitie horen. Dit is Wopkes kans, de kans voor zijn kinderen, hij weet dat hij een ongroen imago heeft en met een achterstand start. Hij weet ook dat als hij nu opeens enorm draait, zijn ongeloofwaardigheid alleen nog maar toeneemt. Dus het enige wat hij kan doen is om zich groener dan groen te presenteren. Daar kunnen de parlementariërs inhoudelijk niet omheen. Blijft over dat ze hem niet geloven, dat zij denken dat hij het niet kan menen. Dus zorgt hij ervoor dat zijn mondelinge verhoor wordt verlengd met schriftelijke vragen waarop zijn handtekening komt te staan. En die van Ursula, want in deze fase kan zij geen afstand meer nemen van haar kandidaat, dat zou haar een enorm gezichtsverlies opleveren.

Die avond belde Wopke zijn kinderen trots op. ‘Papa heeft ervoor gezorgd dat Europa nog veel verder gaat in zijn klimaatbeleid. Het moest sneaky, maar ja, dat had ik ervoor over dat er voor jullie nog een beetje wereld overblijft. Welterusten.’

Wat denk je Leike, zou ie zo briljant zijn?

Groet, Jaap

Failliet

13 augustus 2023


Beste Leike,

‘Money makes the world go around’ is een van de prachtige liedjes uit de film Cabaret. En zo denken we er vaak ook over. Geld is macht, geld geeft richting, geld maakt gelukkig, geld is een middel om de angst uit te stellen. Als we zeggen dat tijd geld is, bedoelen we dat geld belangrijker is dan tijd.

Maar geld is ook een sociaal construct, een idee dat we als mensen hebben bedacht en dat een sterk bepalend onderdeel is van de wereld die we hebben vormgegeven. Het bepaalt grote delen van onze economie (al blijven andere delen als mantelzorg of huishouden buiten dat construct); het bepaalt onze politiek met koopkrachtplaatjes, diepe zakken en bezuinigingen; het bepaalt onze sociologie zodat we weten dat dubbeltjes zelden kwartjes worden.

Geld is zo belangrijk dat als een bedrijf failliet gaat, we het niet gek vinden dat de medewerkers worden ontslagen (ook als ze er al 40 jaar werken) en veel leveranciers en klanten naar hun geld en gekochte producten kunnen fluiten. Failliet gaan doet pijn, bij alle partijen. We hebben er een faillissementswet voor en we stellen een curator aan die zorgt voor een nette verdeling van die pijn.

Dan de natuur. Dat is al langer dan de mens bestaat een context waar we niet buiten kunnen. Moeder natuur is voorwaarde voor ons bestaan; we maken er onlosmakelijk deel van uit. De natuur is geen bedenksel van ons, het is eerder omgekeerd; wij komen voort uit die natuurlijke omgeving.

Als de natuur failliet gaat is er geen faillisementswet (hoewel dat gaande is met het uitsterven van 69% van de soorten, dat zijn er 1 miljard! Om over het klimaat maar niet te spreken). Niks regelt dat we dan pijn te verdelen hebben. Dus doen we dat niet. Dan vinden we dat boeren moeten kunnen blijven boeren, dat we moeten kunnen blijven barbecueën, hooguit één keer minder vliegen per jaar, blijven winkelen en al die dingen die bijdragen aan de versnelling en verdieping van het faillissement van de natuur.

Dat is gek toch? Dat we het logisch vinden dat bij het faillissement van een bedrijf andere wetten gaan gelden, dat pijn lijden deel is van de onontkoombare mislukking? Maar als de aarde failliet gaat willen we geen pijnlijke consequenties aanvaarden. Ons zelfbedachte geld vinden we belangrijker dan onze moeder natuur. We proberen slimmigheidjes te bedenken om het onontkoombare te kunnen blijven ontkennen. Dat lijkt me dom. Hoe langer we wachten hoe pijnlijker het wordt. De natuur trekt zich niks aan van onze politieke gedoetjes, die stelt niks uit omdat wij er nog niet aan toe zijn.

Er komen verkiezingen aan. Ik stem op een curator, een gezondmaker, geen zachte heelmeester. Laten we hopen dat er nog een doorstart te maken is, op een andere basis.

Groet, Jaap

Wat is het nut van nut?

16 juni 2023


Beste Leike,
 
Weet jij eigenlijk wat het nut is van nut? Die vraag houdt me nu, al varend op een Frans kanaal, al een aantal dagen bezig. Eigenlijk vooral als een vraagstuk van logica. Het is een paradoxale vraag omdat je …. omdat ….
…. en dat krijg ik dan eigenlijk alsmaar niet uitgelegd aan mezelf.
 
Er zit natuurlijk een interessante inhoudelijke kant aan het denken in termen van nut. Omdat nut zo’n vanzelfsprekend positief iets is. Het woordenboek zegt: ‘gunstig effect van een dienst, voordeel of bruikbaarheid’. Ik word er niet veel wijzer van. Misschien heeft die inhoudelijke onbepaaldheid van het begrip ook wel te maken met mijn verwarring over de taallogica.
 
Toen las ik vanmorgen in de krant over een onderzoek van Jolien Dopmeijer van het Trimbos Instituut. Zij deed onderzoek naar de tijdsbesteding van studenten en had ontdekt dat studenten geen tijd meer hadden om te lummelen. Naast hun studie, baantjes, sport, een sociaal leven en wat al niet meer, was daar geen tijd meer voor. Maar zonder af en toe te niksen nemen spanning en stress toe. De boog staat altijd gespannen.
 
Weer een paradox: Als je niet lummelt raak je gestresst, overspannen, burn out en depressief. Lummelen is dus heel erg nuttig! Het houdt je gezond. Maar lummelen, lees ik in het woordenboek, is het doen van onnuttige dingen. Nuttige nutteloosheid.
 
Is dat in organisaties anders? Ik denk het niet. In onze versnellingsmaatschappij proberen we voortdurend de productie te verhogen. Door te denken in targets, passie, excelleren, ambities, intrinsieke motivatie, kwartaalrapportages zorgen we dat er voortdurend keihard gewerkt wordt. Alle lummelen hebben we uit het systeem geperst.
 
Onze bootreis is een mooie aanleiding de serie Mad Men nog een terug te kijken. Supersnelle reclamejongens (en hier en daar een eerste meisje) denken daarin na over hoe je producten aan de man brengt (of aan de vrouw, al is het denken van de reclamemannen vooral gericht op de man van die vrouw, die het -als hoofd van het gezin- immers het beste weet en over het geld gaat). En wat die reclamemannen doen op Madison Avenue is heel veel sterke drank drinken en met grote regelmaat languit liggen op de bank op hun kamer om geïnspireerd te raken of uit te rusten. Het lijkt verdacht veel op lummelen.
Met onze ogen van nu lijkt het gedrag van die reclamemannen op de kantjes eraf lopen, op lamlendig tijd verkwisten. Het is natuurlijk fictie, een zedenschets, maar ik vermoed dat Mad Men wel iets raakt van die wereld in die tijd. Een tijd en een cultuur waarin men wist dat creativiteit gedijt in reflectie, meligheid, hardop denken, knutselen een aankloten om dan toe te werken naar een moment waarin een topprestatie moet worden geleverd bij de presentatie aan de klant. Een mooie afwisseling van hard werken en nikserigheid.
 
Ik weet nu pas waarom die startvraag over het nut van nut zo ingewikkeld is. Het overdenken van het nut van nut is een nuttige activiteit omdat nutteloosheid wel eens heel nuttig kan zijn.
 
Groet, Jaap

Madrid

28 mei 2023


Beste Jaap,

 

Vorig jaar woonde ik een maand in Rome. Dit jaar een maand in Madrid. Een maand die voorbijgevlogen is. Zo reis je er naartoe en zo zit je een maand later, met zicht op de flamingo’s van de Camargue in de trein terug naar huis.

 

Madrid is een stad in laagjes. Je moet eigenlijk drie of vier keer op dezelfde plek geweest zijn om de stad echt goed te kennen. Het meest toegankelijke laagje ontdek je flanerend en in de barretjes, kroegen en restaurants. De Madrileen heeft altijd iets te vieren en als er niets te vieren valt dan is er altijd nog het moment van flaneren en wat drinken aan het eind van de middag en begin van de avond. Iedereen gaat rond 18 uur aan de wandel. Met zijn oma, zijn vrienden, zijn gezin. Nooit alleen, dat is gek. Je flaneert samen, kletsend, arm in arm, etalage kijken, ergens een drankje doen, hapje erbij. Is het feest – en daar hebben ze er heel veel van in Madrid, ze vieren echt alles – dan zet de stad er de grote straten voor af. Kun je lekker langs het Prado schrijden zonder last te hebben van auto’s.

 

Wat je op diezelfde plekken door de flaneerdrukte niet zo goed ziet, is de grandeur van Madrid. Die zit ook niet op de begane grond, maar wordt zichtbaar vanaf de eerste verdieping. De achttiende en negentiende -eeuwse stadspaleizen en appartementen, vol krullerige versiering. De vroeg-twintigste -eeuwse stoere gebouwen. Als je ’s morgens vroeg aan de wandel gaat, kun je je voorstellen wat een chique en vooraanstaande Madrid geweest moet zijn in die eeuwen.

 

Natuurlijk ging ik ook op zoek naar oudere tijden. Tachtig jaar zijn we in de zestiende en zeventiende eeuw in oorlog geweest met die Spanjaarden. Madrid was toen net hoofdstad geworden. Bestond eigenlijk vooral uit het hof. De stad was nog klein en nietszeggend. Vind je die oorlog terug? De Spaanse hoofrolspelers wel. Er is een Calle de Duque de Alba. En daar is een koffiezaakje dat Pasteleria del Duque heet. Een van mijn favoriete stekjes. Elke keer maakte ik excuses aan Willem van Oranje, dat ik koffie ging drinken in een zaak die de naam van zijn vijand droeg. Maar dat is het dan ook wel ongeveer. We waren een peuter die tachtig jaar boos was, ergens ver weg.

 

Da’s anders als het om kunst gaat. Die Spaanse Nederlanden hebben het Spaanse hof veel kunstwerken geleverd. In het Prado is ‘onze’ Jeroen Bosch de Spaanse El Bosco. Een Spaanse schilder. Huh? Ja, want toen hij schilderde, waren de Nederlanden de Spaanse Nederlanden, dus hij een Spanjaard.

 

Madrid wordt nog weer anders als je de recente geschiedenis probeert te vinden. In het Casa de Campo is in de burgeroorlog heftig gevochten, nu is het een lommerrijk stadspark. De dictatuur van Franco: alle verwijzingen zijn verdwenen. Er is de Guernica, oorlogsgruwel uitgedrukt in kunst. En bij de Vallei der gevallenen wordt heel hard zichtbaar hoe schoonheid en leed, kracht en onderdrukking, eren en foute verering bij elkaar komen.

 

Tot slot de laag die zichtbaar wordt als je er een maand bent. Een beetje onderdeel zijn van de vaste routines in je buurt. De vuilcontainer die elke avond gebracht wordt en elke ochtend weer opgehaald. Het schrobben van de stoepjes (mannen hebben er de bijzondere gewoonte om allemaal tegen de muur te plassen). Het is ook het laagje waar je na een maand een beetje onderdeel van wordt. Even hoofdschuddend met je buurvrouw mopperen op die pissende mannen, naar je favoriete koffietentje waar ze je kennen en je meteen je vaste bestelling voorzetten, de meneer van het winkeltje achter het Prado groeten die je verder helemaal niet kent. Het saaiste leven dat er is, en tegelijkertijd precies dat wat de stad een stad maakt achter al die andere laagjes.

 

Wat is het toch bijzonder dat je in een vreemde stad door die andere laagjes bij dat gewone leven terecht komt, terwijl je thuis je gewone leven leeft en af en toe vergeet om ook die andere laagjes eens te aanschouwen. Dat ga ik thuis maar eens wat meer doen.

 

Groet, Leike

Lange tijdlijnen

17 mei 2023


Beste Jaap,
 
Als je jong bent is de toekomst van jou, maar je overziet alleen het nu. Als je ouder wordt, is de wereld steeds minder van jou, maar je begrijpt hem wel beter omdat je langer terug kunt kijken.
 
Is wat je schetst in je laatste brief niet ook een beetje de wijsheid die ontstaat als je lange tijdlijnen kunt zien? Natuurlijk, het is jouw persoonlijke inzicht en hoe dat in de tijd verschoven is. Maar het is ook het verhaal van een ontwikkeling in de tijd. Een beweging waarvan nu de tragiek zichtbaar wordt. Een trage ontwikkeling met een soort varkenscyclus[1], waarbij te laat gereageerd wordt op een effect dat we zagen aankomen. Het is een van Peter Senges archetypes van niet-leren in werking: door de tijd die er tussen een maatregel en het effect ervan zit, zien we het effect te laat. En het is het menselijk tekort van het niet overzien van tijdseffecten.
 
Een menselijke valkuil die we bovendien versterkt wordt door hoe we met tijd omgaan in het oplossen van vraagstukken. De politiek zoekt voor heel complexe vraagstukken heel kortetermijn oplossingen. De kamer wil snel antwoord en snel resultaat en de regering belooft dat ook (zonder het echt waar te kunnen maken overigens). Ook in organisaties is de langste tijdlijn vaak het vierjarig beleidsplan. Daarbinnen organiseren we op korte, meetbare en planbare tijdlijnen. Niet heel vreemd als je in ogenschouw neemt hoe snel alles gaat. Vandaag is morgen alweer een achterhaald gisteren.
 
En dan leven we – volgens Hartmut Rosa althans – ook nog eens in tijden van maatschappelijke versnelling: “Maatschappelijke versnelling kan worden gedefinieerd als de toename van de vervalsnelheid van de betrouwbaarheid van ervaringen en verwachtingen en als de verkorting van het heden in bepaalde tijdvakken.” Hij beschrijft prachtig hoe het verloop van de tijd voor onze grootouders anders was dan voor ons. Waren vroeger sommige gebeurtenissen generationele gebeurtenissen, nu maak je zulke gebeurtenissen een paar keer per generatie mee.
 
In de film die Nora Bateson, de dochter van Gregory Bateson, over haar vader maakte zit een fragment van iemand die vertelt hoe werken met een langer toekomstzichtveld werkt. Hij schetst hoe op een van de Engelse universiteiten, een balk in zo’n Harry Potter-achtige eetzaal zodanig verrot raakte dat hij niet meer te repareren was. Er moest een andere balk komen. Maar ja, waar haal je zo’n enorme balk vandaan? Natuurlijk heeft zo’n Engelse universiteit ook een eigen bos, dus de conciërge trok naar de boswachter. Wellicht had die een boom van die omvang? En inderdaad, de boswachter had de conciërge al verwacht. Ze hadden toen de boom voor de huidige balk gekapt was al een andere geplant, wetend dat na ongeveer x jaar die nodig zou zijn ter vervangen van de balk. Da’s nog eens anders met tijd omgaan.
 
Ik gun jou een heerlijke trage tijd op je bootje en ons allen langere tijdlijnen, terugkijkend om van te leren en tijdig effecten te signaleren, vooruitkijkend om te zorgen dat we wijzere besluiten nemen over complexe vraagstukken. Die versnelling van Rosa hoeven we misschien niet uit, maar misschien moeten we inbouwen dat we naar complexe vraagstukken kijken met een blik waarin verleden, heden en toekomst op een lange lijn met elkaar verbonden zijn.
 
Groet, Leike

[1] De varkenscyclus is een verschijnsel in de economie. Overschotten en tekorten wisselen elkaar af, omdat aanbieders massaal reageren op de hoogte van de prijzen, maar tegen de tijd dat deze reactie doorwerkt, is de prijs omgeslagen.

Organisatievragen