Boevenvangen

20 november 2022


Beste Leike,
 
Het presidium van de Tweede Kamer wrijft in een vlek van onveiligheid. In pogingen iets op te lossen wordt de ellende alsmaar onoverzichtelijker. Inmiddels heeft de landsadvocaat geadviseerd en is een recherchebureau ingehuurd, geven Jan en alleman hun opinies in de media, maar waar is de organisatiekundige blik? Hoe kan het dat ik nog geen enkele organisatieadviseur haar mening heb horen geven? Komt dat omdat deze adviseurs altijd in vertrouwen en discreet opereren, heeft dit vakgebied niks te melden, of hebben media geen oog voor wat dit vakgebied zou kunnen bijdragen?
 
Zoals psychiaters terughoudend zijn om in het openbaar iets te zeggen over de geestesgesteldheid van publieke figuren (ze hebben ze niet zelf onderzocht), zo is het voor ons als organisatiekundige precair om je uit te spreken over een organisatie als zij niet zelf heeft binnengekeken. Maar nu de kwestie zo veelkleurig op vele tafels is gelegd, is er wel iets over te zeggen, met het voorbehoud dat alle kennis tweedehands is, uit de media.
 
De zaak kwam aan het rollen toen bekend werd dat het huidige presidium op basis van twee anonieme brieven besloot de landsadvocaat om advies te vragen. Dat is meteen al interessant. In het algemeen geldt dat je op basis van anonieme brieven heel terughoudend bent. Je weet immers niet van wie ze komen, je kunt geen nadere vragen aan de opstellers stellen, je kent geen motieven enzovoorts. In dit geval bleek de ambtelijke top de aard van de klachten te kennen. Voor het presidium reden tot handelen. En dan vraag je een advocaat om advies. Dat doe je als je denkt dat je een juridisch probleem hebt. De klagers spraken over onveiligheid, dat klinkt misschien strafrechtelijk, maar je zou het bijvoorbeeld ook als een psychologisch probleem kunnen duiden.
De onderzoeksfocus is ook bijzonder omdat de klachten gingen over de vorige voorzitter die inmiddels weer gewoon Kamerlid was. Waarom dan nog altijd anoniem klagen? Betekent dat dat er ook onder de nieuwe voorzitter nog altijd sprake is van een onveilig werkklimaat? Misschien ligt het wel niet aan de persoon van de voorzitter? Veiligheid op je werk verwijst niet zozeer naar individuen, maar naar een bredere context, misschien wel de hele cultuur in de top van de ambtelijke organisatie. Sterker nog, het duiden van een vraagstuk als juridisch, wijst precies naar waar onveiligheid vaak over gaat: bij zaken die mislopen worden schuldigen gezocht.
De onwerkbaarheid van deze benadering is tweeledig: er zijn vaak geen schuldigen omdat men in een collectief drama is verzeild geraakt, maar bovendien gaat het bij cultuurvraagstukken niet zozeer om het vaststellen van het verleden als wel om te kijken naar wat de geschiedenis voor het handelen in de toekomst betekent. De benadering om via een advocatenkantoor bij een recherchebureau terecht te komen richt de blik op het verleden en schuldigen en biedt geen oplossingen voor de bestaande onveiligheid.
 
Inmiddels verloopt het proces als een klassiek drama. De beschuldigde ex-voorzitter trekt het op haar fatsoen, weigert medewerking aan het onderzoek, ziet haar reputatie nu al aangetast en verlaat de Kamer. Haar partijlid in het Presidium slaagt er niet in daaraan loyaal te blijven en tegelijk aan zijn partij en verlaat het Presidium. Een vergadering met een Kamercommissie over de gerezen situatie loopt volledig uit de hand. Het voltallig MT van de Tweede Kamer geeft zijn verantwoordelijkheid terug. De Ondernemingsraad spreekt uit geen vertrouwen meer te hebben in het hele presidium en komt daar weer op terug. En de voorzitter houdt vast aan het onderzoek….
 
Terug naar de organisatiekunde. Het presidium is gekozen uit het midden van de Kamerleden. Het dient ervoor te zorgen dat de Tweede Kamer kan functioneren. De leden zitten vergaderingen voor, bewaken agenda’s, spreektijden, gedragsregels van Kamerleden enzovoorts. In dat functioneren worden ze ambtelijk ondersteund. De Griffier is de hoogste ambtenaar en is de formele baas van alle ambtenaren. De griffier is er dus voor verantwoordelijk dat de werkomstandigheden productief en veilig zijn. De voorzitter van de kamer houdt toezicht op het werk van de Griffier, maar is geen bovenbaas. Die relatie is hetzelfde als die van de minister en de secretaris-generaal op een ministerie. Dat is de formele relatie.
De cultuur van organisaties heeft vaak kenmerken van het primair proces waar zij invulling aan geven. In de apotheek is men zorgvuldig en precies, bij de vakbond onderhandel je over alles dat voorbijkomt en bij de politie dek je elkaar als het spannend wordt. De eigenschappen die nodig zijn voor het werk, zie je ook terug in hoe je samenwerkt.
De Kamer is een gezelschap van mensen die het voortdurend niet met elkaar eens zijn. De kern van de Kamer is dat de tegenstellingen in de samenleving op een gereglementeerde manier worden uitgevochten. In de praktijk is dat een spel in een grote vergaderzaal en kleine zaaltjes, maar minstens even intensief in allerlei wandelgangen. De kunst is om gelijk te krijgen, meerderheden voor je ideeën te organiseren, maar ook om duidelijk te maken hoe inferieur de opvattingen van tegenstanders zijn en dat breed uit te meten. Hordes journalisten lopen rond om toneel en coulissen te verslaan en waar mogelijk ook nieuws te maken door tegenstellingen te vergroten, verhalen op te blazen en achtergronden smakelijk te kruiden. Er wordt wel gezegd dat politici eigenlijk geen vriendschappen kennen omdat de politieke resultaten zwaarder wegen dan de onderlinge verhoudingen.
Als dit het werkproces in de Tweede Kamer beschrijft, dan vraagt dat bij de ondersteuners, de ambtenaren, dat zij dat spel een beetje snappen, dat ze weten dat de regels van het spel soms op spanning komen met de behoefte aan gelijk krijgen.
Gelukkig is er dan de scheiding tussen de ambtelijke en de politieke leiding. De griffier moet in deze bijzondere organisatie zorgen dat politieke processen de neutrale ambtelijke organisatie niet te veel infecteren en zo het ambtelijke werk onveilig maken. Dat moet die griffier doen in de tandem met de Kamervoorzitter. Gezamenlijk zijn zij ervoor verantwoordelijk dat de politieke en ambtelijke processen elkaar versterken door rolvastheid van beide kanten. Rolverwarring ligt voortdurend op de loer. Het is aan de griffier om dat te voorkomen door waar nodig te begrenzen, ook naar de voorzitter. Als dat niet lukt kun je het vraagstuk agenderen bij het Presidium en als dat niet lukt kun je ontslag nemen.
 
Dit stuk heeft meer vragen dan antwoorden. En dat is precies wat nodig is om het vraagstuk wat speelt echt te begrijpen en veranderen. Daar helpt geen rechercheur aan. Er is een bredere blik nodig van iemand die organisaties en hun dynamieken echt begrijpt om te voorkomen dat er Barbertjes gehangen worden. De politieke neiging om een ‘schuldige’ te zoeken lost het veiligheidsprobleem niet op, maar vergroot het.
 
Groet, Jaap
 
 

Reageer

5 reacties op “Boevenvangen

  1. Debora (21 november 2022)

    Helder stuk en zo herkenbaar. Aanvullende vraag is dan ook áls de griffier(s) in kwestie dit patroon van toenemende (ervaren) onveiligheid hebben waargenomen, wat maakte dat ze niet eerder organisatiekundige hulp hebben ingeroepen. Immers voorkomen is beter dan genezen.


    1. Jaap van ’t hek (21 november 2022)

      Ik ben bang dat de griffier zich niet erg onderscheidde van de politieke neiging om schuldigen (buiten jezelf) te zoeken. Althans, als ik op de berichten in de media totnutoe afga (maar veel media doen vrolijk mee aan die blamestorming).


  2. Marguerithe (6 december 2022)

    Mooie brief Jaap. Als de cultuur van de organisatie het primaire proces weerspiegelt dan puzzelt mij in deze casus toch het waarom deze actie en deze actie nu? Het primaire proces is toch “de volgende wedstrijd winnen en in het hier en nu de tegenstanders pootje haken” ?


    1. Jaap van ’t hek (7 december 2022)

      Dat lijkt me wel een heel eenvoudige samenvatting van het politieke proces in de Tweede Kamer, Marguerite. Ik ben het met je eens dat ongeveer alle debatten over de toekomst lijken te gaan: meer aandacht voor een begroting dan voor de rekening bijvoorbeeld, maar bij de parlementaire enquetes, die altijd over terugkijken gaan, gaat het na een ‘feitenonderzoek’ toch vrijwel altijd over welke kop moet rollen. En het winnen van een debat in het nu lukt vaak het beste door te laten zien dat je tegenstander een sukkel is; zie maar hoe de Amerikaanse mode van op de man spelen, steeds vaker ook bij ons gebeurt.


  3. Yvonne van Zoest (14 december 2022)

    Zeker zeer interessant, deze organisatiekundige kijk. Dank daarvoor.
    Deze journalistieke bijdrage lijkt me helpend voor het scherper krijgen van feiten, ook over organisatorische zaken.

    https://decorrespondent.nl/14028/hoe-khadija-arib-een-politieke-thriller-bedacht-en-vrijwel-iedereen-haar-geloofde/33175041395496-fb1fd865


Organisatievragen