Haast?

21 december 2014


Beste Leike,

Breek me de bek niet open. De keren dat ik te maken krijg met onhaalbare planningen zijn nauwelijks te tellen.  Tijd om even stil te staan bij wat dit nu eigenlijk voor vraagstuk is of waar het vandaan komt, is er vaak niet. Tijd om een beetje een zorgvuldig proces in te richten blijkt vaak al verlopen voor je erbij werd gehaald. Heel bijzonder. En vaak ook behoorlijk onzorgvuldig.

Ik vraag me af waar dat nou vandaan komt. Gaat de tijd gewoon sneller omdat wij ouder worden (zoals Douwe Draaisma zo mooi beschrijft). Gaat de kloktijd van de geschiedenis sneller doordat we real time weten wat er elders gebeurt en we dus ook sneller kunnen reageren? Komt het door de snelheid van de e-mail en alle elektronische media waardoor instant-antwoorden de norm worden? En laten we steeds meer aan de markt over waardoor concurrentie en rat-race ook voor de publieke zaak de norm worden? Is tijd immers niet een van de belangrijkste concurrentiefactoren geworden (“vandaag besteld, morgen in huis”). Worden we gewoon ongeduldiger?

Haast lijkt de norm te zijn geworden.

Het fijne van het woord ‘haast’ is dat het soms de vinger op de zere plek legt en tegelijk laat weten dat deze spoed zelden goed is. Heel anders dan het woord ‘urgentie’: een begrip dat juist in managementland heel erg adequaat klinkt. “Fijn, men voelt de urgentie!”.  John Kotter heeft het ongeveer tot het middelpunt van zijn verandertheorie gemaakt. Het is leuk om te googelen op management en urgentie (urgentie=goed) en management en haast. Bij de laatste komt al snel stress om de hoek kijken, iets wat je niet wilt.

Urgentie klinkt goed dus, maar is ook te relativeren. Ten opzichte van belangrijk bijvoorbeeld. Dwight D. Eisenhower, de generaal en latere president van de VS, ontwierp ooit een eenvoudige matrix waarin hij belangrijke zaken onderscheidde van urgente. Zijn idee is dat wat urgent is, niet altijd ook belangrijk is, en dat als je steeds de urgente dingen doet, je mogelijk niet meer aan de belangrijke dingen toekomt.  Ik gebruik wel eens als voorbeeld dat je eigen professionele ontwikkeling zelden urgent is, maar wel heel belangrijk. De telefoon opnemen (met een onbekend nummer) voelt daarentegen vaak behoorlijk urgent, maar van het belang weet je nog niks als je er wel al je tijd in stopt..

Nu is onthaasten vaak ook niet zo simpel. Niet alleen managers lijken altijd haast te hebben, ook medewerkers “willen nu wel eens weten waar ze aan toe zijn”. De onbekendheid met de toekomst wordt hetzelfde als onzekerheid daarover en dat wordt weer gelijkgesteld met onzekerheid over het eigen bestaan.  Met de bekende paradox of het heel snel kan, heel zorgvuldig en met heel veel betrokkenheid van hen die zekerheid willen.

We hadden ooit een minister, Margreet de Boer, die het woord ‘onthaasten’ muntte. Ik weet nog dat het velen aansprak. Nu hoor je het haast niet meer. Ik denk dat het begrip nog niet urgent genoeg was.

Groet, Jaap

Reageer

Organisatievragen