Effectbejagers

13 december 2016


Beste Leike,

Goed idee om die emotie serieus te nemen in de politiek. Eigenlijk wel een gek besluit, want in organisaties doen we dat al jaren. In onze rol als manager of adviseur nemen we de emoties en gevoelens die ontstaan altijd al serieus; ‘feelings are facts’ roepen we dan.

We zeggen weleens tegen elkaar dat we in deze blogjes heel vaak maatschappelijke vragen behandelen omdat het in zekere zin ook organisatievragen zijn. Hoe organiseren we de jeugdzorg, duurzaamheid bij woningcorporaties, veiligheid in de wijk? Die vragen houden direct verband met de inrichting van ons openbaar bestuur, de werking van de democratie of de groepsdynamiek in een proces van publiek-private samenwerking.
Zo komen veel van die maatschappelijke vragen in onze blogjes terecht en proberen we daar met een organisatiekundige blik naar te kijken.

Organisatiekundig zijn de emoties, de gevoelens, de groepsdynamische consequenties van beleid steeds onderdeel van strategische afwegingen. Gewoon, heel pragmatisch. Je kijkt naar de effecten van wat je wil bereiken en kiest voor de strategie met veel gewenst effect en zo min mogelijk ‘collateral dammage’.
In het maatschappelijk en politiek debat voelt dat -ook voor mij- vaak anders. Dan blijken emoties opeens uit een onderbuik te komen en zien we sommige opiniebepalers als rattenvangers, populisten, effectbejagers.
Het is inderdaad goed om dat eens te overdenken; waar komt dat morele oordeel vandaan? Bij mij komt het onder meer van Tinneke Beeckman, die met Macht en onmacht een prachtige analyse van onze tijd maakte. Overtuigend beschrijft ze hoe het postmoderne denken de filosofische binnenkamers heeft verlaten om post te vatten in het alledaagse taalgebruik en denken. Feiten worden gerelativeerd tot “ja, dat is hoe jij het ziet, ik zie het anders”. Alles wordt subjectief gemaakt en daarmee verliezen we de common ground van het maatschappelijk verkeer: als alles ter discussie komt, is iedere mening evenveel waard. Zo ondergraaf je wetenschap, rechtspraak, gezag van deskundigen, de kennis van de ander.

De verlichting –waar ook onze vrije meningsuiting vandaan komt (!)- maakte zich sterk voor rationaliteit, wetenschap, voor het waarheidszoekend debat. We leerden onderscheid maken tussen wat je gelooft en wat feitelijk het geval is.
Die vrije meningsuiting lijkt nu gekaapt te worden door roeptoeters die niet langer een mening hebben over feiten, maar meningen over meningen van anderen die ze als feiten presenteren. En als we niet bestaande feiten nodig hebben produceren we ze zelf; nepnieuws speelde een grote rol in de verkiezing van Trump.
Mijn zorg betreft dus eigenlijk niet zozeer de emoties en eigenlijk ook niet het inspelen op emoties door allerlei politici. Zorgelijker vind ik eigenlijk vooral het onvermogen om feiten, wetenschappelijke kennis, oordelen van deskundigen, uitspraken van rechters en dergelijke te onderscheiden van wat je op internet kunt lezen.

Jij refereerde ook al aan het mooie stuk van Kees Vuyk in de NRC. Hij pleit ervoor het debat aan te gaan, elkaar op te zoeken, desnoods ruzie te maken met meninghebbers. Ik denk dat hij gelijk heeft; als je niet met elkaar in gesprek gaat blijft ieder in zijn eigen bubble met zijn eigen facebookvrienden zijn eigen gelijk bevestigen. Vol onbegrip over het onbegrip van de anderen.

Groet,  Jaap

Reageer

Organisatievragen