De kus die tot verandering leidt

14 maart 2014


Beste Leike,

Ik zag zo’n mooi filmpje op Youtube. Wildvreemde mensen werden gevraagd elkaar voor het eerst te zoenen. En dat werd heel mooi in zwart-wit gefilmd.
Misschien moet je er eerst maar even naar kijken…..(klik hier)

Wat ik nu zo mooi vind is hoe al die mensen zo mooi schuchter zijn, hoe ze hun dagelijks pantser afleggen. Die kwetsbaarheid.
Niet zo gek ook. Voor het eerst zoenen is al bijzonder spannend, maar dan ook nog met een volslagen vreemde en met een camera erbij.
En dan die beelden van na de zoen. Die onwennigheid, waar laat je je handen? Wat heb je eigenlijk nu voor een relatie? Je ziet dat sommigen al weer klaar staan om met een soort ‘Nice to meet you’ een hand te geven om te vertrekken terwijl andere stellen de smaak te pakken lijken te hebben gekregen. Een gearrangeerde instant verliefdheid.
Wat ik leuk vind is dat deze mensen bereid zijn iets te proberen dat wel heel ongebruikelijk is, zoenen met een onbekende. En niet na een avond dansen of drinken of andere uitspatting (daar zien ze helemaal niet naar uit), maar gewoon om te kijken wat er eigenlijk gebeurt. En als ik ze zo zie, hebben ze er geen spijt van.

Kunnen we hier nou iets van leren voor ons werk, voor het veranderen van gedrag van mensen in organisaties? Kunnen we situaties arrangeren waardoor mensen kunnen oefenen met het onbekende, zodanig dat ze even vrijmoedig hun defensies afleggen en iets proberen dat ze nooit eerder hebben gedaan? Dat ze echt hun grenzen in onbevangenheid proberen te verleggen. Met name die open giechelende houding, die verstandhouding van samen kwetsbaar vond ik zo mooi.
Je kent die oefening wel: de ijzeren wet van de verandering. Verdeel de groep in tweeën, zet mensen tegenover elkaar, en vraag ze elkaar eerst aan te kijken en daarna zich om te draaien. Als ze omgedraaid zijn vraag je ze vijf dingen aan zichzelf te veranderen. Dan draaien ze zich weer om en moeten van elkaar benoemen wat ze veranderd hebben. Daarna vraag je ze zich weer om te draaien en nu vijftien dingen te veranderen aan zichzelf. De reactie is steevast protest: zoveel kunnen we niet veranderen. Maar als je aandringt en mensen gaan het proberen, dan komen ze heel ver en moeten ze ook echt creatief worden. De sfeer lijkt wat op de zoenopdracht: het hoort niet, het kan eigenlijk niet, het is dus spannend en het leidt tot een soort uitgelaten, bevrijdend gevoel van grenzen verleggen.
Zouden we dat niet veel vaker moeten doen?

Groet, Jaap

Reageer

Organisatievragen