Altijd positief…tegen de klippen op

9 september 2022


Beste Leike,

Hoorde je de column van Pieter Derks deze week? Prachtig verhaal over de afgetreden minister Staghouwer die maar geen perspectief voor de boeren kon bedenken. Pieter Derks lijkt dat ook een onmogelijke opdracht. Wie van de ministers zou op zijn terrein wel perspectief kunnen schetsen? Een perspectief ontbreekt in Den Haag sowieso, laat staan een wenkende toekomst.
Ik bladerde net door managementboek-magazine, het blad van de grote internetboekhandel op het gebied van managementboeken, en ik werd getriggerd door de titel van een besproken boek: De klimaatalmanak, het is nog niet te laat.
 
Het is nog niet te laat???
 
“Leg dat de Pakistani maar uit”, dacht ik, “een derde van hun land onder water, duizenden doden! Allemaal slachtoffers met een co2-footprint van twee keer niks. Een van de vele effecten van de onomkeerbare klimaattragedie.”
Niet te laat? Het is al veel te laat! De verandering van het wereldwijde klimaat is al jaren aan de gang. Het is helemaal geen vijf voor twaalf; het loopt al ruimschoots tegen enen. De vooraanstaande wetenschapsantropoloog Bruno Latour stelt dat we niet in een crisis zitten, maar in een mutatie.
 
Op een of andere manier hebben we elkaar wijsgemaakt dat we altijd positief moeten blijven denken, dat positiviteit een goede eigenschap is. We waarderen iemand die het glas altijd halfvol ziet meer dan iemand die het glas halfleeg ziet. Als iemand negatief is of doet, dan is het een lastpak, een partypooper, een zeurkous, een dwarsligger. Positief, dat moeten we zijn. Je kent wel van die managers die van hun mensen vragen geen problemen, maar oplossingen aan haar voor te leggen.
En we zien de gevolgen. Nare berichten bereiken de minister (of de kamer) niet, de top van talloze organisaties komt in een schijnwereld van succes terecht. De eenzijdige positieve schets van plannen, beleid of strategie laat ons de ogen sluiten voor de altijd aanwezige nadelen.
Ook op Linkedin, Insta en Tinder is positiviteit troef. Iedereen schetst zichzelf en zijn CV als louter succesvol. We zijn reclame geworden. Ongeloofwaardige leugens, toegestaan omdat de markt het niet afstraft.
 
Draagt die nadruk op positiviteit misschien bij aan het ontstaan van die hausse aan complottheorieën? Omdat die verhalen schuren met onze ervaring en ons wantrouwen gevoed wordt? Omdat die eenzijdige focus op positiviteit een gevoel geeft dat het verzwegen tegendeel wordt weggelakt? Nodigt dat uit om te fantaseren wat onzichtbaar is gemaakt?
 
Die nadruk op het positieve heeft er ondertussen toe geleid dat we de wereld verjubeld hebben. We hebben onbeperkt fossiele brandstoffen gebruikt om de productie en consumptie aan te jagen. We hebben tal van gemeenschappelijke voorzieningen aan marktpartijen verkocht en de opbrengst opgesoupeerd. We gingen uit van een onophoudelijke groei (over tomeloos optimisme gesproken) en ons vermogen om alle toekomstige nadelen technisch op te lossen.
 
En ‘now the shit hits the fan’, en stevenen we af op een metacrisis (een crisis x een crisis). Niemand kan nog snappen wat er allemaal tegelijk stuk loopt en hoe dat in elkaar grijpt.
 
Ik roep niet op tot huilend in een hoekje gaan zitten. Ik zou willen dat we het weer moeilijk maken, de moeite zoeken, niet weglopen voor wat stuk is, stuk gaat of fragiel is. Ik zou willen dat we handelend optreden vanuit het besef dat het tegen enen loopt en dat het nooit meer voor twaalven zal zijn. Dat geeft de optimist in mij de meeste hoop.
 
Groet, Jaap
 
 
 
 
 
 

Reageer

Organisatievragen