Vrijwillig werken

9 oktober 2016


Beste Leike,

Interessant hoe werk dat moet gebeuren soms start als vrijwilligerswerk om later te transformeren tot geprofessionaliseerd en betaald werk.
Ook al omdat het soms omgekeerd gebeurt.
Professies worden geamateuriseerd. Zo volgde ik ooit de academie voor autodidactiek (destijds sociale academie geheten) waar welzijnswerkers werden opgeleid. Maatschappelijk werkers, kultureel werkers (ja, met een ‘k’ natuurlijk), inrichtingswerkers en personeelswerkers. Die eerste twee beroepen zijn zo’n beetje uitgestorven; dat doen vrijwilligers nu. Mijn vriendin Tijn bijvoorbeeld, ooit maatschappelijk werker, vrijwilligt in een hospice door voor stervenden te zorgen en helpt daarnaast Syrische statushouders hun weg te vinden in ons bureaucratisch doolhof. Voorheen allebei betaald werk, nu werk voor de vrijwilliger.
Zelf ben ik in mijn gemeente actief voor landschap en erfgoed. De gemeente is op zoek naar eigentijdse vormgeving van de relatie burger/overheid en vroeg me mee te denken over een cultuurnota. Daarover doorpratend raadde ik hen het mooie boek ‘Werken aan een wakkere stad’ van Jan van Ginkel en Frans Verhaaren aan. Daar werden zij enthousiast over en ze vroegen me een bijdrage te leveren aan bijeenkomsten met ambtenaren over dat thema. Nu kwam dit wel heel dicht in de buurt van mijn gewone werk; werk waar ik mijn brood mee verdien en werk waarin ik mijn professionaliteit markeer met overeenkomsten, tuchtregels van de orde en wederzijdse verplichtingen. Na wat wikken en wegen besloot ik dit advieswerk te blijven doen als vrijwilliger. Dit werk nu doen als professional zou me teveel ambiguïteit in de relatie met de gemeente opleveren.
Als je eenmaal met het thema bezig bent zie je steeds meer. Zo begeleidde ik van de week gebiedsmanagers in een gemeente. Een van hen stelde aan de orde hoe hij om moest gaan met het vraagstuk van een vrijwilliger die om een vergoeding vroeg. De vrijwilliger had een belangrijk maatschappelijk initiatief genomen (de stad had daar veel waardering voor) en nu ging er zoveel tijd in zitten dat hij gevraagd had om een vergoeding van zijn uren als ZZP-er. De gebiedsmanager twijfelde. Het geld was niet het probleem en zou het niet goed zijn de waardering zou tot uitdrukking te brengen? Maar wat zou het effect zijn op andere vrijwilligers? Komen er straks veel meer met een verzoek om betaling? Wat gebeurt er als je dat dan weer weigert? Maar ook: hoe borg je de kwaliteit van het werk? Zijn engagement en geworteld zijn in de buurt voldoende reden voor betaling? Of moet je ook prestaties of resultaten erin betrekken? Een boeiend dilemma.

Het is wel interessant, dat raakvlak tussen vrijwillig en betaald, dat net niet parallel loopt met amateur en professional. De manier waarop we ernaar kijken lijkt erg te zijn ingegeven door de tijdgeest. Een tijdgeest waarin we gezamenlijkheid en solidariteit steeds meer laten plaatsmaken voor het individu dat zijn eigen verantwoordelijkheid moet nemen. Verantwoordelijkheid voor mantelzorg, vrijwilligerswerk en al dat andere cement in de samenleving. Een overheid die kleiner moet en burgers steeds meer wil activeren om oude overheidstaken over te nemen.
Ik ben heel benieuwd wanneer de slinger van de historie weer de andere kant op zal slaan. Zodat degenen die niet sterk genoeg zijn voor veel ‘eigen verantwoordelijkheid’, zoals zieken, ouderen, net aangekomen vluchtelingen, gehandicapten en sociaal minder fortuinlijken wat minder afhankelijk worden van de willekeur van de ‘eigen verantwoordelijkheid’ van anderen in hun omgeving.

Groet, Jaap

Reageer

Organisatievragen