Vertrouwen

2 oktober 2017


Beste Leike,

Ik hoorde deze week op de radio het prachtige ‘als je mekaar niet meer vertrouwen kan’ uit het Schaap met de vijf poten. Destijds een mooi lied. Maar het was ook zo vanzelfsprekend toen. Vertrouwen op elkaar is noodzakelijk in het maatschappelijk verkeer.

“Als je mekaar niet meer vertrouwen kan
Waar blijf je dan, zo is het toch meneer
Als je mekaar niet meer vertrouwen kan
Dan blijf je nergens meer”

In deze tijd krijgen we echter wel heel beroerd voorbeeld over vertrouwen uit Den Haag. 15 maart waren de verkiezingen. Inmiddels wordt er door 4 partijen al vanaf begin juni geformeerd.  Er onderhandelen acht politici en een formateur met elkaar over onze toekomst. In het diepste geheim.

Pas sinds een dag of wat komt er nu af en toe een stukje naar buiten om te kijken hoe de publieke reactie is.

Het is een merkwaardige paradox dat het meest politieke en richtinggevende gesprek in onze democratie achter gesloten deuren plaatsvindt en rustig een half jaar kan duren. Wij moeten maar vertrouwen hebben in de goede afloop.

Waarom ze zolang onderhandelen? Omdat ze mekaar voor geen cent vertrouwen. Daarom wordt alles tot achter de komma vastgelegd en wordt een contract gebakken waaraan ze elkaar straks vier jaar lang kunnen houden. Waarin in alle eventualiteiten is voorzien en niks onverwachts mag gebeuren. Ze snoeren elkaar in.

Waarom ze elkaar niet vertrouwen? Dat is nogal ingewikkeld. Het vorige kabinet zong voor het eerst in tijden de rit uit. Dat lukte omdat men in het formatieproces elkaar wat gunde en omdat Samsom en Rutte elkaar durfden te vertrouwen. Overigens niet makkelijk na een verkiezingsstrijd waarin ze hard op elkaar inhakten. Toch was het een kabinet dat veel hervormde en hun grootste doel, de economie, op gang kreeg.

Maar daarna werden ze keihard afgerekend door de kiezers. Die dat onderling vertrouwen van VVD en PvdA maar bar onbetrouwbaar vonden. En die halverwege het kabinet en het economisch herstel andere onderwerpen belangrijk begonnen te vinden.

Nu zitten ze daar met vier partijen in de onderhandelkamer. Veroordeeld om een kabinet te vormen met de kleinst mogelijke meerderheid. Partijen die menen dat hun kiezers het niet accepteren als zij compromissen maken. Wetend dat buitenskamers sprake is van een  als nooit eerder verenigde oppositie die graag bereid is het wantrouwen in het kabinet aan te wakkeren.  Wetend dat de pers elk compromis framed als kiezersbedrog, als het breken van beloften.

Partijen die –voor alles- niet terug willen naar de kiezer, omdat ze er bang voor zijn en ze niet vertrouwen. Omdat ze ook denken dat de kiezer hen niet vertrouwt. En zo vormen ze met geknepen billen en zonder veel plezier een angstig kabinet.

En leverde het dan nog maar wat op. Maar wat naar buiten komt is niet een nieuw geluid, geen antwoord op een nieuwe tijd. Nee, ik hoor vooral oudemannenteksten die verdacht veel lijken op die van voorgangers.

Het wordt dus een kabinetniet. Want het wantrouwen dat blijkt uit het lange proces wreekt zich vroeg of laat en laat zich niet bezweren in een gedetailleerd contract. Een zielloos angstcompromis, dat is mijn voorspelling.

En ondertussen hervormen Macron en Merkel de EU (wel zo makkelijk zonder die Britten), dreigen Trump en Kim met een kernoorlog, zien we de ene klimaatramp na de andere (onder het motto natuurramp) zich aftekenen, en bouwen en stiekum een muur in Afrika waar Trump jaloers op zou zijn.

groet, Jaap

 

 

Reageer

Organisatievragen