Tekst, toon en urgentie

14 juli 2021


Beste Leike,

“Dansen met Jansen” glom en glunderde voormalig onderwijzer Hugo de Jonge ons toe. Schijnbaar was het virus zo verslagen dat je direct na een prik met het Jansen-vaccin naar de disco kon. De veertien dagen die eerder nog nodig waren om het vaccin effectief te maken waren nu blijkbaar niet eens meer nodig. De persconferentie die De Jonge samen met Rutte gaf stuiterde van het optimisme. Grapperhaus (wie bedenkt zo’n naam?) zong al eerder een liedje over het afscheid van mondkapjes. Het ging allemaal beter dan gedacht met de coronacijfers, dus nu konden we ongeveer alles wel loslaten. Maar zeiden ze dat ook?

Uit de gesproken tekst konden we die boodschap niet afleiden. De formele boodschap was dat we goed op weg waren, dat er aanzienlijk versoepeld zou worden, maar dat het nog niet voorbij is en dat basisregels van kracht zouden blijven. De anderhalve meter, thuisblijven met klachten en heel veel testen bleven de basis.

Het zat hem meer in hóe die teksten werden uitgesproken. Wat moest blijven aan regels klonk routineus en plichtmatig zoals het riedeltje dat verkopers of helpdeksmedewerkers je soms toevoegen nadat de echte inhoud behandeld is. Misschien dachten zij dat we ons iets van die formele boodschap zouden aantrekken. Misschien dachten ze dat ze hun emoties verborgen hadden gehouden, het zijn ook maar mensen. Ik weet het niet.

We hoorden en zagen vooral de opluchting van mensen die lang onder druk hadden gewerkt, de verademing dat de ellende op zijn eind liep. Alsof we toch het EK hadden gewonnen. De overmoed overschaduwde de waarschuwing, het was bevrijdingsdag voor bestuurders.

Maar wat maakte dat de waarschuwingen eigenlijk ten onder gingen in een oproep tot tomeloos feesten? Ik denk dat drie positieve boodschappen elkaar versterkten:

  1. het terugdraaien van flink wat restricties,
  2. de opgeluchte en lollige toon en tenslotte,
  3. de haast in het terugdraaien daarvan alsof we eigenlijk te lang voorzichtig zijn geweest en nu als de wiedeweerga de achterstanden moeten inhalen.

Het gevolg: een persconferentie later, wanneer de besmettingen met ongekende snelheid zijn opgelopen, kondigen Rutte en De Jonge nieuwe aanscherpingen aan. De kernboodschap was dat gedrag zo moeilijk voorspelbaar is. Een golf van kritiek over gebrek aan reflectief vermogen volgde. Waren ze met hun optimisme immers niet zelf de aanstichter? Enkele dagen volgt de reflectie alsnog: Excuses voor het te grote optimisme, maar…. ‘de druk uit de samenleving’ was zo groot.

Eigenlijk vind ik dat laatste het meest ergerlijk. Alsof die druk tot stand komt in een systeem waar zij als bewindslieden geen deel uitmaken. Alsof het gedrag in de samenleving losstaat van het gedrag van het kabinet. Terwijl we nu juist afgelopen twee feestweken glashelder konden zien hoe gedrag in de samenleving sterk beïnvloed wordt door het gedrag van onze regering. Rutte en De Jonge reflecteren weer eens niet op hun gedrag, maar op het gedrag van anderen dat volgt op hun uitlatingen. Waar is het filmpje waar Grapperhaus zingt “Opzij, opzij, opzij, we hebben ongelofelijke haast”?

Groet, Jaap

Reageer

2 reacties op “Tekst, toon en urgentie

  1. Joop (14 juli 2021)

    Gek dat het woord Grapperhausparty nog niet gehoord wordt.


    1. Jaap van ’t hek (15 juli 2021)

      Een bruiloft met je schoonmoeder?


Organisatievragen