Sorry Politiek

25 juli 2013


Beste Leike,

Misschien is dit laatste wel een opvallend verschil: dat vrouwen gemakkelijk toegeven op de foute weg te zitten waar bij mannen hun machismo dat langer tegenhoudt.

Dat vind ik in de politiek zoiets merkwaardigs. Ooit vond Ed van Thijn het woord ‘sorry-politiek’ uit. Hij vond dat politici soms te gemakkelijk met een excuus wegkwamen en overgingen tot de orde van de dag. Dat snap ik wel, soms zijn fouten zo groot dat je geloofwaardigheid aangetast wordt; dan is opstappen in mijn ogen het best voor de organisatie. Ik heb er altijd wel respect voor als mensen dat doen. Dat was een mooi frame: sorry-politiek, niemand wil daarvan beticht worden.

Ik heb echter het idee dat er wel een merkwaardig ander effect zit aan het voorkomen dat je een sorry-politicus wordt, namelijk het verdoezelen van fouten. Dat wat niet als fout herkend wordt hoeft ook niet verexcuseerd te worden. Mist- en rookgordijnen, afleidngsmanouvres, verschuilen achter anderen en taalkundige lenigheden behoren tot de kerncompetenties van de hedendaagse politicus. En veel managers gedragen zich niet anders.

Van fouten kan je leren, dat is mooi, dan heb je nog wat aan zo’n fout. Maar kan je ook leren van fouten die in het verborgene liggen? Dat lijkt me een stuk moeilijker.

Ik heb het nu over wat ik in de politiek zie, maar eerlijk gezegd zie ik in organisaties hetzelfde. Met veel bravoure wordt met een kick-off een verandering in gang gezet, soms gaat dat vervolgens goed, vaker niet. een ‘kick-down’ (de verandering is succesvol verlopen en we beëindigen het proces met een mooi ritueel) zie je vrijwel nooit. En heb jij wel eens meegemaakt dat de leiding zei: “We zijn er vol enthousiasme mee begonnen, maar eerlijk gezegd valt het enorm tegen, we stoppen ermee en draaien terug wat kan?”.

Daarom vond ik het zo mooi van de postmevrouw. Gewoon toegeven dat het niet gelukt is, beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.

Ondertussen:
En net terwijl we dit schriftelijke gesprek voeren heb ik een opdrachtgever aan de telefoon. Hij had mij gisteren benaderd om een rol te spelen in een conflict in een afdeling: alle medewerkers hadden per brief het vertrouwen in hun leidinggevende opgezegd bij de directie. Nu had hij zelf kort gesproken met de mensen van die afdeling en drong het tot hem door dat het allemaal vrouwen zijn; de leidinggevende is een man. In dat licht gaf hij een vrouw als adviseur toch eigenlijk meer kans op een zinvolle rol. Ik begrijp dat wel: allemaal vrouwen die het vertrouwen in een man opzeggen. Een vrouw komt dan misschien ietsje makkelijker binnen, wint misschien sneller vertrouwen.

Nu hierover verder nadenkend heb ik ook een beetje met die man te doen. Leidinggeven aan een groep uitsluitend vrouwen; dan ben je èn de enige man èn de leidinggevende. Voor je het weet lopen die twee dingen door elkaar.

Ik moet daarbij ook denken aan het verhaal dat Jan van Hooff, de man die alles van diergedrag ons ooit vertelde over kippen. Als je een groep kippen hebt zonder haan ontstaat er een zekere wanorde, veel onderling geharrewar, weinig structuur in de groep. Vaak groeit één van de kippen in de vacature haan. Ik heb zelf gezien bij onze kippen toen onze haan overleed hoe ‘Heleentje’ steeds meer begon te kukelen en op zeker moment zelfs sporen ontwikkelde aan de poten. Sinds enige tijd hebben we weer een haan, Bennie, en Heleentje is weer gewoon een van de dames geworden. Nota bene de meest broedse van het stel. Haan zijn is bij kippen echt een rol…bij mensen ook hè?

Groet,
Jaap

Reageer

Organisatievragen