Pragmatische idealen

29 januari 2015


Beste Leike,

Het is al weer drie weken geleden dat we ons derde boek te doop hielden. Inmiddels zijn er een paar filmpjes verschenen over het evenement en staat een eerste interview op overmanagement.nl.
Leuk is ook dat nu de eerste reacties van lezers binnenkomen. Gelukkig allemaal positief, het lijkt erop dat het boek niet alleen mooi is vormgegeven, maar dat ook de inhoud aanslaat bij onze lezers.
Iemand sprak met wel aan op dat pragmatisme van ons. Het hele boek vertrekt uit de dagelijkse realiteit in organisaties, en onze veranderbenadering wortelt vooral in dat wat werkt. Bewust blijven we weg uit de wereld van de dromen, de grote verhalen, de vergezichten en Olympische hoogten.
Dat pragmatisme sluit ook aan bij de lezers, denk ik, juist omdat management en veranderen uiteindelijk vooral gaat om de vraag of het ook werkt, of het de slag kan maken van nieuwe taal naar daadwerkelijk nieuw gedrag.
Maar die persoon die ik sprak, was juist daar kritisch over. Hij vond het wat te opportunistisch, te weinig toekomstgericht, onvoldoende een antwoord op de vragen van deze tijd. En dat vind ik een interessant punt. Geeft dat pragmatisme van ons nu ook een antwoord op deze grote vragen?

Hij heeft natuurlijk een punt:
Sinds het postmodernisme in zwang raakte hebben we afscheid genomen van de ‘grote verhalen’. De religie is op zijn retour, het socialisme heeft met Wim Kok zijn ideologische veren afgeschud en de ‘pragmatici’ van d’66 groeien en schudden hun kroonjuwelen af als het niet erg lukt om ze te verwezenlijken. Politieke partijen verliezen hun leden en opereren op de ‘kiezersmarkt’; zij hebben geen beginselen maar een kiezerspotentieel. De peilingen lijken soms een sterker richtsnoer dan de idealen. Zweven de kiezers of zweven de partijen eigenlijk?
Solidariteit is iets van vroeger en je identiteit hangt niet meer samen met je familie of dorp, maar met het aantal likes op Facebook. De ‘waarheid’ van het journaal maakt steeds meer plaats voor je eigen nieuwsniche op internet. Google verwijst je naar wat je al dacht. We individualiseren tegen te klippen op: ieder zijn eigen verhaal. Het lijkt alsof we in allemaal roeibootjes tegen elkaar opklotsen zonder verbinding, zonder richting, zonder dukdalf om aan vast te maken.
Ik vind het niet gek dat degenen die de kwijt raken, zich aansluiten bij een stroming met vaste waarden en zekerheden. Waarin in een oud boek staat wat goed is en wat fout, waar boekuitleggers precieze aanwijzingen geven over wat te eten en hoe je dient te leven. Dat het veiligheid biedt om je te verbinden met anderen met dezelfde rotsvaste overtuiging. Dat het zelfs veiligheid biedt om het gevaar op te zoeken, je hebt immers verschrikkelijk gelijk.
Deze lieden zijn alles behalve pragmatisch, wat hen verbindt is een eeuwenoude ideologie, de kracht van een groot verhaal, de kracht van echt ergens bijhoren, een antwoord op de onverschilligheid en de waardering van je geloofsgenoten. Zo’n krachtige ideologie is een gat in de markt (sprak de pragmaticus).

Ik zou daarom hopen dat de PvdA weer eens ideologische veren zou aantrekken en Piketty niet laat passeren als een gril. Dat D’66 echt ten strijde zou trekken tegen de groeiende macht van Google en Facebook (zie ‘de Cirkel’ van Dave Eggers) en dat GroenLinks veel steviger en strijdvaardiger inzet op de toekomst van onze planeet. Ik zou willen dat politici zich niet langer als managers zouden gedragen. Maar als dragers van een echte visie, met een beeld van een gewenste toekomst, niet alleen een visie op de dagelijkse waan en de komende formatie. We hebben meer richtinggevende visies en idealen nodig.
Maar je wilt ook dat die idealen uitmonden in iets dat werkt. Dus blijft het pragmatisme belangrijk. Het geeft geen antwoord op de grote vragen. Maar het helpt enorm bij de kleine, dagelijkse opgaven. En de meeste lange reizen beginnen met de eerste stap.

Groet, Jaap

Reageer

Organisatievragen