Politiek en pragmatiek

1 november 2016


Beste Leike,

Ik leg net weer een prachtig boek weg. De nieuwe democratie van Willem Schinkel. Pas een paar jaar oud en nu al niet meer te krijgen. Doodzonde. (hoewel nog wel verkrijgbaar als e-book gelukkig; daar hoeven ze geen voorraden van aan te houden.)
Het is zo mooi omdat hij zo helder onderscheidt wat management is en wat politiek. Hij vindt dat we de laatste decennia alles zo gedepolitiseerd hebben dat de maatschappelijke tegenstellingen zijn weggerommeld. Het huidig onbehagen komt voort uit het onvermogen weer scherp te politiseren. We nemen veel te veel structuren als gegeven. Voorbeeldje: iedereen gaat zo ongeveer uit van almaar onbeperkte groei van productie en consumptie. Obesitas; dat kan onze planeet helemaal niet aan, stelt Schinkel.

“Probleemmanagement”, zo noemt hij de bestuurlijke praktijk die Nederland regeert. Alle vraagstukken die opdoemen worden voorzien van een pragmatische way out en worden weggepolderd. Hij laat ook zien dat we eigenlijk geen politiek bedrijven, maar vooral bestuurlijk oplossen. Waar Kok ooit zijn socialistische veren afschudde, Balkenende zedenpredikte heeft nu Rutte een hekel aan vergezichten en idealen. Het ontbreekt aan visie op waar het met de samenleving naartoe moet. De oriëntatie is niet op een gewenste richting, maar op het voorkomen van bananenschillen en gedoetjes.
Wekenlang is Rutte nu bijvoorbeeld al weer doende om te kijken wat hij aan moet met de uitslag van een raadgevend referendum waar iets meer dan de helft van de 30% opkomst iets wil dat praktisch onmogelijk is: Europa een ander verdrag met Oekraïne laten sluiten. Gemodder op de vierkante meter terwijl het Midden-Oosten brandt, Poetin dreigt met kernwapens, het klimaat op hol slaat de verschillen tussen haves en have-nots onoverbrugbaar lijken te worden.
Maar voor een werkende democratie is het nodig dat tegenstellingen zichtbaar worden, dat keuzes voorgelegd worden, dat die keuzes pijn mogen doen. Democratie gaat niet alleen over realiseren, maar ook over het creëren van bindende idealen, over tegen de stroom invaren, over hartstocht en strijd.

We zien nu dat inhoudelijke en pragmatische argumenten en politieke wenselijkheden in wonderlijke mixtures door bewindslieden naar buiten worden gebracht. We zien ook dat de ambtelijke top over zoveel ‘politieke antenne’ moet beschikken dat onoverzienbaar wordt wat zakelijk verstandig is en wat de minister ideologisch wil. Politiek probleemmanagement is dus wat we zien
Ooit deed Frank de Grave (VVD-minister) het voorstel dat de kamer zowel het ambtelijk advies als de ministeriele voorkeur zou krijgen. De kamer kan dan zien wat technocratisch aantrekkelijk is (de managementoplossing) als wat politiek de voorkeur heeft van het kabinet of de minister. Dan kun je in het politieke debat weer terugvinden wat in het domein van de idealen hoort (met de daarbij passende ideologische argumentatie), als wat in het domein van het zakelijk en pragmatisch oplossen hoort.
Ik vind dat nog altijd een briljant voorstel. Je spreekt het ambtelijk apparaat weer aan op waar het goed in hoort te zijn: inhoudelijk argumenteren. En de minister op wat hij moet doen: politiek richtinggeven. Je kunt de kamer op beoordelen van de politieke lijn in relatie tot technisch realiseerbaar.
Ik weet niet veel van staatsrecht, maar ik kan me voorstellen dat het voorstel van Frank de Grave zo door het komend kabinet opgenomen kan worden in het regeerakkoord. Zou dat niet verfrissend zijn?

Groet, Jaap

Reageer

Organisatievragen