Paniek!

21 mei 2019


Beste Leike,
 
Onze collega in de Ambachtsschool, Marijke Spanjersberg, zegt wel eens dat emoties ons tijdelijk een beetje dommer maken. Dat herken ik wel. Dat liefde blind maakt en angst een slechte raadgever is, zijn ware volkswijsheden. En we weten natuurlijk dat de hitte van emoties een koele redenering behoorlijk dwars kan zitten.
 
Binnenkort doen we een workshop voor bestuurders over systeemdenken bij Sioo. En bij bestuurders en emoties schiet mij altijd door het hoofd dat paniek een weinig bestuurlijke emotie is. Niet dat die er niet regelmatig is, maar vooral dat paniek binnengehouden moet worden omdat het besmettelijk is. Als de burgemeester gillend door de straat loopt of als de CEO zich op de WC verstopt, weten de burgers of medewerkers niet meer wat te doen. Dikke kans dat ook zij ongericht paniekeren.
Bestuurders hebben daarom heel goed geleerd altijd beheerst te blijven, altijd ‘collected’, altijd in control en liefst positief. Je mag als bestuurder toegeven dat het helemaal mis is gelopen, dat er grote fouten zijn gemaakt, dat het je enorm spijt, dat een aanpak urgent is. Maar je mag niet zeggen dat je het ook niet meer weet, in huilen uitbarsten of keihard wegrennen. Dat vinden we niet erg bestuurlijk.
Ervaren bestuurders gaan daarom met paniek om zoals Engelsen met alle emoties: met een stiff upperlip en ware doodsverachting.
 
Maar wat nu als er echt reden voor paniek is? Enkele weken geleden zei klimaatonderzoeker Maarten Loonen van de RUG onomwonden dat hij in paniek was over het klimaat. Hij stelt dat we maar nauwelijks weten wat de effecten van de broeikas zijn op het klimaat. En hij meent dat we het kantelpunt al gepasseerd zijn.
Klimaatverandering verloopt namelijk niet lineair. Soms bevat het systeem onomkeerbare versnellingen als bijvoorbeeld de permafrost ontdooit en daardoor enorme hoeveelheden CO2 loslaat, waardoor ontdooiing toeneemt enzovoorts. Soms kunnen omdraaiingen plaatsvinden. Als het noordpoolijs dooit kan dit bijvoorbeeld de warme golfstroom afbuigen waardoor het bij ons niet warmer, maar veel kouder wordt. Ook het tempo van de opwarming is moeilijk te bepalen. Het internationale klimaatpannel is eigenlijk steeds erg conservatief in zijn verwachtingen. Daarom wijzen nieuwe onderzoeken er vaak op dat het veel harder gaat dan gedacht…
Het Parijse akkoord gaat uit van maximaal 2 graden opwarming om het nog een beetje te kunnen beheersen. Liefst eigenlijk 1,5 graad. De praktijk is dat we zonder forse ingrepen een veelvoud van die 2 graden opwarmen. De regering van een van de meest welvarende landen ter wereld komt nog alsmaar niet met echt beleid. Het klimaatakkoord moet over verkiezingen heen worden getild. Alsof we alle tijd hebben en Parijs wel wacht.
Een ding moet je de regering nageven. Ze handelen heel bestuurlijk. Ze lijken totaal niet in paniek. We gaan met 130 op een blinde muur af. Maar gelukkig raken we er niet bij in paniek.
Hoewel…, sommige mensen bevriezen van paniek. Het zal toch niet?
 
Groet, Jaap

Reageer

Organisatievragen