Ongevraagd adviseren

27 mei 2014


Beste Leike,

Waarom zou de klant, die echt beter weet hoe het werkt dan jij, zich iets aantrekken van jouw inhoudelijke meningen, is de vraag waarmee je eindigt.
Dat is natuurlijk wel en prikkelende vraag, want tja, wat weet ik ervan? Ik ben van vele markten, maar ben ik er dan ook thuis? Dan weer loop ik rond in de wetenschap, dan bij een woningcorporatie, de politie, een gemeente, de zakelijke dienstverlening, een actiegroep, een ziekenhuis of een school. Daar kan ik toch nooit inhoudelijk meer van weten dan mijn klant?
Klopt.
Ik weet ook niet meer, zeker niet beter, maar soms weet ik iets anders. Dan zie ik parallellen tussen sectoren of branches of zie ik managementtrends die logisch passen in een eenvoudige organisatie, maar die niet zullen lukken als het gecompliceerder wordt. Soms zie ik (en jij ook, dat weet ik) dat de aard van het primair proces nu eenmaal cultuurkenmerken meebrengt waarmee je moet leren leven. Als je bestuurder bent van een universiteit heb je nu eenmaal te maken met zeer eigenwijze en eigengereide types die niet zo snel onder de indruk zijn van jouw bestuurlijke ideeën. Die mensen werken nu juist daar omdat ze slim en eigenzinnig zijn; it comes with the job.
Als je brandweermensen wilt omvormen tot preventieve huisbezoekers met subtiele adviesvaardigheden stel je jezelf een opgave, die gezien de organisatiebevolking niet zo makkelijk zal zijn.
Je bent toch met me eens dat het strikt scheiden van vorm (proces) en inhoud (strategie) niet te doen en onverstandig is? Dat een proces moet passen bij de inhoud en omgekeerd dat de procesruimte niet alle inhoud toelaat?
Eigenlijk is mijn ervaring dat de meeste vraagstukken zich het beste over de band laten beantwoorden. Vraagstukken van teamsamenwerking hebben dikwijls te maken met de inhoudelijke puzzels die de samenwerking kleur geven en omgekeerd krijgen inhoudelijk strategische vraagstukken vaak een specifieke dynamiek door de wijze waarop de mensen in het team met elkaar omgaan.

Als docent in ons vakgebied heb ik jonge adviseurs altijd voorgehouden dat ongevraagde adviezen niet werken. De ‘geadviseerde’ zit niet te wachten op een onverwachte inbreng van een bemoeial; daar zijn er al genoeg van. Maar soms vind je als adviseur gewoon ergens iets van en wil je de ander niet jouw ‘voortreffelijke’ mening onthouden. Het is een beetje als met meerijden; het wordt niet altijd op prijs gesteld, maar als je een aanrijding kunt voorkomen is het misschien toch wel nuttig.
De kunst is daarom om ervoor te zorgen dat je advies gevraagd wordt. Dus stel ik vaak in een eerste gesprek met een klant aan de orde waarover hij mijn advies vraagt en wat we doen als ik ook iets vind van wat erbuiten ligt. Mijn ervaring is dat de klant dan toch ook niet wil dat ik daarover zwijg. Zo ontstaat de ruimte om in het onderwijs iets te zeggen over de inhoud van een curriculum, bij een woningcorporatie mee te praten over verhuurbaarheid of bij de politie over de aanpak van veelplegers. En als je nu maar enige bescheidenheid voelt en toont bij een inhoud die de ander beter kent, kan soms juist door de frisse blik een nieuwe kijk tot stand komen. En dan kan zo’n klant erg geholpen zijn met het voorkomen van die aanrijding.

Leuk onderwerp overigens, dat contracteren. Even vooraf iets vragen en er ontstaat bijna altijd ruimte om iets te zeggen. “Mag ik je even feedback geven?”, “Wil je horen wat me nu opvalt?” of “Zou je willen weten wat mij opvalt?”. De ander wordt vaak nieuwsgierig en stelt zich daarom open voor iets nieuws. Als het nu maar interessant is wat je te melden hebt, volgt meestal een interessante uitwisseling met meerwaarde voor beiden.

Groet, Jaap

Reageer

Organisatievragen