Ondertussen in de coulissen

2 april 2021


Beste Leike,
 
Ja die coulissen. Waarvan sommigen denken dat transparantie iets oplost. Terwijl ze essentieel zijn naast het podium. Ik stelde mij na jouw blog voor wat er tijdens dat veertien uur durende kamerdebat daar plaatsvond. Ik denk ongeveer dit:
 
“Hi Sigrid, Mark hier. Hoor eens, ik begrijp dat jullie het niet langer pikken dat ik heb gelogen. Ik dacht er nog mee weg te kunnen komen, maar op de heilige Omtzigt heb ik me verkeken. Dus ik snap dat mijn rol in de komende formatie is uitgespeeld. Waar ik wel mee zit, is het huidige demissionaire kabinet. Met een motie van wantrouwen ben ik daar ook weg. En hoe moet het dan verder? Stef Blok als mijn opvolger. Stofzuiger in algemene dienst, maar met het charisma van een ijskast. Haha ik wil natuurlijk niet over mensen praten, maar dat wordt natuurlijk een drama. En Tamara is nog echt te groen. Verder hebben we niemand meer nu Klaas weg is.
Dus ik dacht, in het landsbelang, jullie geven me flink om mijn falie, maar niet zodanig dat ik het bestaande kabinet moet verlaten. Dan blijf ik tijdens de crisis nog even crisismanager. Maar het signaal is stevig genoeg dat jullie aan je kiezer kunnen uitleggen dat er een grens is overschreden. Nieuw leiderschap enzo. Wat vind je, is dat wat? Motie van treurnis of iets dergelijks? En dan zeg ik dat het geen motie van wantrouwen is en dat ik hard mijn best ga doen. Je kent me, dat geloven ze nog wel van me. In de komende formatie zal ik dan tegen het eind mijn vertrek aankondigen. Dan hebben we een naadloze overgang. Zou jij willen proberen Wopke hierin mee te krijgen? In het belang van het land? Hé, de bel gaat, debat gaat weer door. We spreken mekaar!”
 
Want we denken toch niet echt dat die coulissen stoppen, toch? Sterker, waarschijnlijk zijn ze levendiger geweest dan ooit in dit debat.
 
Groet, Jaap

Reageer

2 reacties op “Ondertussen in de coulissen

  1. Lex de Boer (3 april 2021)

    Beste Jaap en Leike,

    Het zijn weer mooie reflecties op wat zich in coulissen van de macht afspeelt. Jullie zijn, als adviseurs, natuurlijk ook de inspiciënten en souffleurs van de mensen in het theater van macht. Jullie reiken ze alles aan, wat ze nodig hebben om the shinen voor het publiek en behoeden hen voor vergeetachtigheid. Maar ook voor de grootste theatermakers komt er een moment, dat ook dat niet meer genoeg is.
    Kunnen jullie je nog die oudejaarsavond herinneren, waarop Wim Kan en Freek de Jonge tegenover elkaar stonden op twee netten? Dat je wist, dat Kan was en de Jonge kwam? Hoe moeilijk het blijkbaar is, te weten dat je geweest bent. Zelf ben ik 20 jaar geleden uit coulissen op het podium gestapt. Terugkijkend realiseer ik mij, dat ik met mijn wisselingen van om de vijf tot zeven jaar, ik altijd meer een “klussenbaas” dan een “eindbaas” ben geweest. Mijn stap van adviseur naar directiefuncties maakte ik, omdat ik me als adviseur steeds vaker realiseerde, dat mijn fantastisch bedachte processen en visies, nooit helemaal en nooit perfect door mijn opdrachtgevers, de bazen, werden uitgevoerd. Ik wilde zelf wel eens de perfecte organisatie tot stand brengen, zonder gehinderd te worden door imperfecte bazen. Natuurlijk kom je er dan achter, dat omdat je mag beslissen een organisatie wel toe beweegt naar het ideaal dat je voor ogen staat. Maar ook, dat tussen droom en daad niet alleen wetten in de weg staan, maar ook “weemoedigheid, die niemand kan verklaren en die des avonds komt wanneer men slapen gaat” . Onveranderbaarheid noemen jullie dat. Dat stuk dreef mij steeds verderop, naar nieuwe plekken en nieuwe uitdagingen. Ik rationaliseerde dat door te zeggen, dat ik altijd vertrok als ik voor meer dan 50% op mijn routine ging draaien. De realiteit was natuurlijk, dat juist het bezig zijn met het in beweging brengen van organisaties mijn routine is en dat ik nooit echt begreep, hoe mensen langer het dan die zeven jaar ergens uithielden. Want daarna moet je wat met dat onveranderbare als je je koers voort wilt zetten. Die ene dwarsligger toch ontslaan, of juist accepteren, dat dat ene onderdeel van de organisatie nooit aan jouw ideaalbeeld zal voldoen en dat dat eigenlijk ook maar beter is zo. Omdat ik dan steeds vertrok, kan ik goed zien dat na mijn vertrek een aantal van de dingen waar ik trots op was, binnen de korte keren de nek werd omgedraaid en gelukkig ook, dat een paar van die dingen ook nog jaren na mijn vertrek deel blijven van die organisaties.
    Als je zelf wel blijft, dan wordt je echt een eindbaas en kan je kiezen. Je imago als veranderaar afwerpen en actief beheerder worden, die de organisatie blijft aanpassen aan de veranderende omstandigheden; of je geloofwaardigheid als veranderaar behouden door alles wat niet aan je ideaal voldoet te onderdrukken of te negeren. In beide gevallen gebeurt er ook iets met het onveranderbare. Mensen gaan zich realiseren, dat als ze nu niets doen, ze zullen moeten leven met wat er is. En dan kunnen ongekende krachten loskomen. Kijk maar wat er met Ceausescu, Sadam Hoessein en Kadhaffi gebeurde. Onderdrukte woede komt los. Daarom steunde de SGP de motie van wantrouwen. Wat er daarna gebeurt is niet per se beter of mooier dan wat er was onder de sterke leider. Het Nederland onder Rutte was natuurlijk een ideologieloos, pragmatisch, gemanaged, land. Wat dat opriep aan uitvergroting van ideologieën links en rechts is ook niet altijd even mooi. Het mooie van democratie is, dat wij onze bazen naar huis kunnen sturen. Tussen het zelfsturend ideaal van BIJ1, het racistisch-nationalistisch imperatief van Forum en de abstracte pan-Europese systeemsturing van VOLT, zal ook gewoon het belastingregime moeten worden vereenvoudigd en de woningnood moeten worden opgelost. Ergens zal De Jonge Rutte opstaan, die zich nu al op de kleine podia, zonder souffleurs en inspiciënten, groot aan het spelen is.


    1. Jaap van ’t hek (4 april 2021)

      hi Lex,
      Mooie overdenking! Ik vind dat je bij Rutte zo mooi ziet dat een sympathieke, sociaal vaardige en tactisch handige manager heel ver kan komen, ook in populariteit. Maar ook dat het zielloze man-zonder-eingenschappen-achtige handig meewaaien op termijn ook teveel leegte vertoont. Geen richting en vastigheid biedt en aan zijn eind komt. En als beheerder laat hij natuurlijk ook een zootje ongeregeld achter. Max Weber meende dat politiek bestuurder een beroep is. Beroep in de zin van een ambacht waarvan je moet snappen hoe het werkt en beroep in de zin van roeping: iets met de wereld aanwillen. Grappig hoe hij hoog scoort op het eerste en bij het tweede niet veel verder komt dan een eigen discipline in matigheid, hard werken en fatsoenlijkheid voor zijn directe omgeving. En hoe hij misgrijpt als het gaat om een dieper soort ethiek en het vermogen echt tegen de stroom in te gaan als zijn overtuiging dat vraagt. Zijn overtuiging wisselt net zo makkelijk van koers als zijn omgang met de waarheid, lijkt het. Wat wil de ander?
      Nou ja, we schreven onlangs een arikel over schoonheid in organisaties; daar moest ik ook aan denken toen ik je las. https://www.organisatievragen.nl/wp-content/uploads/2021/02/Over-het-Schone-Hek-Van-Oss-Spanjersberg.pdf
      Nog veel dank voor je reactie!


Organisatievragen