Masterchef

3 juni 2014


Beste Jaap,

Gisteren keek ik naar Junior Masterchef Australia. Net als de volwassen variant een heel knap programma. De pret èn de spanning en strijdlust stralen ervan af. Die kinderen koken voor hun leven, en genieten er enorm van. Ze zijn blij voor elkaar als de ander wint. En enorm onder de indruk als blijkt dat ze hun taarten voor de minister president gebakken hebben (verrassing!).Als ze met hun bordje naar voren moeten, kijken ze nog even achterom naar hun duidelijk ontroerde ouders op de tribune (het is nog de voorronde hè, dan mogen de ouders er nog bij zijn). Maar het is bloedspannend en voor ’t echie, want er krijgen maar 7 van de heel veel kinderen een schort.

Meteen na deze aflevering startte Masterchef USA. Was ik niet op bedacht. De voorrondes. Iiieeeuw! Wat een verschil! De heren Bastianich, Elliot en Ramsey kwamen op met veel glitter en geluid, maakten met veel vertoon van kracht en macht duidelijk dat zij 50 van de toprestaurants van de wereld hadden, en dat zij daarom altijd gelijk hadden in hun oordeel. Teksten als ‘jij bepaalt niet wat lekker is, dat bepalen wij’ en ‘wij bezitten toprestaurants dus wij hebben gelijk’ vlogen over de bühne. De kandidaten juichten, applaudisseerden en knikten. Veel machtsvertoon en powertalk. Oké, dat is opzet en show, dat hoort erbij. Kan ik nog doorheen kijken.

Toen kwam de selectie. Mensen werden beledigd, badinerend toegesproken, non-verbaal afgeserveerd. En de kandidaten smeekten om een kans, gingen op de knieën voor de jury. Hoe harder ze afgewezen of beledigd werden, hoe meer ze uit de kast trokken. Dat had niks meer met eten, koken en smaak te maken. Het was smakeloos (en dat bij een eetprogramma…).

Masterchef USA pakt in zijn opzet (zie eerdere jaargangen) uit als een competitief programma waar mensen ten koste van elkaar proberen te winnen. Je kunt niet uit die sfeer stappen, want dan ben je kwetsbaar. Masterchef Australia pakt uit (zowel in zijn volwassen  als kindervariant) als een competitief programma waarin kandidaten proberen te winnen met hun gerechten, maar het de ander gunnen als dat gerecht beter is.
Ook erkennen dat hun gerecht minder gelukt is, daar niet bozig van worden, maar zelf meekijken hoe ’t anders en beter had gekund. Hier mag het goed gaan èn fout gaan.

Koken is wat dat betreft een mooi onderwerp. Het kan namelijk echt op iets heel kleins hartstikke mis gaan. Even niet opletten, net te veel van iets, net te weinig, net te kort, net te laat … Genadeloos mis! Daar kun je elkaar mee beconcurreren en je kunt ervan leren. Wat Masterchef Australia laat zien, is dat daar plezier over hebben, vele malen leuker is dan plezier hebben over het feit dat de fout van de ander jou voordeel oplevert.

Ik moest er aan denken toen ik vandaag op weg was naar een team waar het de gewoonte was geworden om in je werk volstrekt een eigen lijn te trekken, fouten te negeren of er een ander de schuld van te geven, en te schelden als iemand daar wat van zegt. De leidinggevende krijgt eenzelfde behandeling, of is de zondebok. Er is sprake van en vorm van negatieve competitie om te zorgen dat je incompetentie niet zichtbaar wordt. Niemand vind het er leuk, en iedereen is chagrijnig.

Wat zou ik daar graag zeggen: ‘Jongens, het wordt echt leuker als je een beetje aardig bent en plezier hebt.’ Althans ik zou zo graag willen dat het hielp. Maar ik vrees dat er de situatie is ontstaan, die je ook ziet ontstaan in Masterchef USA: je kunt niet meer terug, want dan ben je kwetsbaar in de wereld waar het recht van de sterkste geldt.

Positieve en stimulerende taal alleen is niet meer genoeg, werkt juist averechts. Ergens is de toon gezet. Je kunt dat niet met een nieuwe toon keren. Niemand zet immers de eerste stap. Dus ga ik stappen met ze zetten, kleine ervaringen dat de wereld leuker kan.

Misschien moet ik Gary, George en Matt van Masterchef Australia uitnodigen om te helpen en met het hele spul een potje gaan koken?

Reageer

Organisatievragen