Mag het een onsje gewoner?

2 april 2015


Beste Jaap,

Al een weekje puzzel ik waar ik je over zou willen schrijven. Er is niet zoveel bijzonders te melden. Is het saai? Nee, gewoon. Is er iets aan de hand? Nee, alles zijn gangetje. Je kunt er gerust over naar huis schrijven, maar om er nou een blogje mee te vullen?

Ik merk dat dat gevoel nog eens versterkt wordt door alle hyper- en superlatieven om me heen. Alle collega’s hebben op Twitter prachtige bijeenkomsten, met mooie mensen, geweldige oplossingen, creatieve energie …. In de krant lijkt iedere mening voorzien van bijvoeglijk naamwoorden die de emotie die de auteur voelt kracht bij moeten zetten. In bladen en boeken zijn inzichten, methoden en aanpakken voorzien van termen die de genialiteit en originaliteit voor het voetlicht moeten brengen. Alles moet anders, is aan het veranderen, kan niet anders dan veranderen, staat op het punt van kantelen.

En daar zit ik dan, in het oogje van die orkaan. Had ik een leuke dag? Best wel. Bijzonder? Nee, deed gewoon mijn werk. Ga ik vanavond nog iets hemelbestormend creatiefs, moois, leuks doen? Nee. Beetje sporten en hangen op de bank. Dit weekend iets bijzonder? Huis poetsen, boodschappen doen en het dode blad uit mijn tuin halen. Schrijf je daarover? Nee, want wie wil dat nou weten? Dat doen we immers allemaal.
Is het in organisaties niet hetzelfde? Heel veel mensen die gewoon hun best doen om hun klus te klaren. Hard werken, beetje prutsen, niet echt bijzonder. Niet per se 140 tekens op Twitter waard.

Bijzonder dan toch dat in al die mediale uitingen de wereld er zo anders uit ziet. Logisch ook wel: Als je maar 140 tekens hebt, moet je catchy zijn. Als je maar 1 minuut op het journaal hebt, moet je een pakkende quote hebben. Als een krant geen goede chocoladeletters heeft, wordt een artikel niet gelezen. Maar als je een marsbewoner alleen Twitter als informatiebron zou geven, zou die een ander beeld van de wereld krijgen dan die waar we dagelijks inzitten. Achter al die aanprijsteksten zitten gewone levens van mensen die niet zoveel meemaken en gewoon hun ding doen elke dag. De foto’s van Ed van der Elsken daarvan vinden we prachtig, maar in het mediageweld verdwijnt het. Het dagelijks leven wordt onzichtbaar. Het is zo gewoon dat je er niet over schrijft.

Ik denk dat het effect heeft, al die hyperbolen in de media. Een hele tijd terug zag ik op tv een documentaire over jongeren die iets in de kunsten studeerden. Over de stress die dat opleverde. Omdat je als jongere tegenwoordig uit hel veel kunt kiezen. Dan moet je natuurlijk wel het goede en beste kiezen. En dan moet je ook nog wel bijzonder zijn en de beste in wat je gekozen hebt, anders ben je een beetje een loser. Het moet bijzonder, met passie (schreven we daar niet al eerder over?), gekoppeld aan je waarden en echt wat je wilt doen. Dus moet je werk wel elke dag een piekervaring zijn, en moet je mooie dingen meemaken. Dat moet je dus ook laten zien.
Maar waar drijven onze maatschappij en onze organisaties nou eigenlijk op? Voor een belangrijk deel op gewone mensen die gewoon hun werk doen. Elke dag pieken en dalen is heel onbetrouwbaar. Alleen maar schoonheid en unieke gebeurtenissen is vermoeiend. Ik schreef het geloof ik al eens: werk is niet alleen krenten, het is ook gewoon pap. Als je alleen de krenten wilt, heb je het moeilijk.

Gewoon je werk doen, gewoon je leven leven. Waarom verdwijnt het dan zo makkelijk uit beeld? Ik word moe van al dat bijzondere dat mensen me proberen te laten zien. Stiekem geniet ik minstens zo veel van dat gewone: ‘Morgen Leike, nog iets gebeurd de afgelopen dagen? Nee buurman, helemaal niets gebeurd.’
Hé, wat fijn!

Groet, Leike

Reageer

Organisatievragen