kiezersMARKT

9 september 2016


Beste Leike,

Ik denk ook dat de verkiezingsdemocratie op zijn eindje loopt. Het gezag van gekozen organen kalft af, steeds minder mensen zijn lid van politieke partijen, het geheel van overheden wordt steeds rommeliger (EU, land, provincie, gemeente, stadsdelen, regio’s), Maar ook Quasi-non-gouvernementele organisaties (Quango’s) als UWV, ‘DE jeugdzorg’ of AFM waarvan niemand begrijpt wie hierover gaat.
Veel mensen begrijpen er geen biet meer van en zo ontstaat een prima voedingsbodem voor wantrouwen en afhaken. Het is me nogal een mega-organisatieprobleem!

Van Reybrouck spreekt over het ‘democratisch vermoeidheidssyndroom’. Hij haalt de begrippen verkiezingen en democratie uit elkaar; die zijn niet synoniem. En houdt een hartstochtelijk pleidooi voor loting als een veel democratischer oplossing.
René Gude ziet de sportificering van de politiek (en meer) waardoor debatten niet meer over inhoud, maar over winnaars lijken te gaan. Ik schreef er in een eerder blogje al over.
Ik zie ook een ‘vermarkting’ van de politiek waardoor kiezers niet langer burgers zijn, maar een ‘markt’ waarin de partijen uit lijken te zijn op een zo groot mogelijk marktaandeel. Waar vroeger partijen min of meer stabiele achterbannen organiseerden op grond van waarden, beginselen of idealen, lijkt nu het zoeken naar marktvolume het oogmerk te zijn.
Sommige van onze kiezersmarktkooplieden doen dat nog vanuit eigen idealen. Velen houden die vaak voor zich uit angst dat het expliciet benoemen ervan sommige kiezers afstoot. De PvdA kijkt bijvoorbeeld wel uit om nivellering te noemen als nastrevenswaardig uit angst verkeerd geframed te worden. Dus komen ze met algemeenheden waar je het moeilijk mee oneens kunt zijn. Andere kooplieden maken een handeltje van de onvrede en verkondigen dat waarvan ze denken dat ze maximaal rumoer=aandacht=kiezers organiseren. Veel van de onvrede wordt zo gekanaliseerd door kooplieden die weinig met democratie en rechtsstaat op lijken te hebben.
Als beeld levert dat op dat politici op zoek gaan naar de burger (in de hoop dat die het weet) en burgers op zoek naar politici (in de hoop dat die het weet). En zo rennen ze achter elkaar aan als een hond achter zijn staart.
Geen vrolijk praatje he?

Het is als een stroomversnelling waarin besloten ligt dat turbulentie niet zomaar rechtdoor gaat, maar tegenbeweging, draaikolken en rare stille plekjes oplevert. Dat levert natuurlijk direct de vraag op wat je moet doen als je in zo’n draaikolk terecht komt.
Ik weet het niet zeker, maar ik geloof dat eruit zwemmen nogal kansloos is en dat je beter mee kan bewegen met de krachten van de maalstroom om eruit te ontsnappen als je er weer uit geworpen wordt…
Als je onderdeel van de chaos bent is sturen kansloos, dan helpt alleen geduld omdat de chaos altijd weer stopt en een nieuw orde ontstaat.
Dus wachten we de verkiezingen in de VS, in Nederland en Frankrijk maar af.
Nu maar hopen dat we zolang onze adem kunnen inhouden.

Groet, Jaap

Reageer

Organisatievragen