Hyperventilatiemanagement

7 januari 2014


Beste Paul,

Leuk dat je reageert. Dat zouden meer mensen moeten doen (-; .

En zoals altijd weer onnavolgbaar. Nu als een soort gedicht (ik las laatst een tweet waarin iemand suggereerde dat dichten vooral een kwestie is van de returntoets vaker gebruiken).

Mooi idee om vaker stil te staan en ons dagelijks gehol en gehaast te onderbreken. Nederland schijnt per uur ongeveer de hoogste productie ter wereld te hebben. Volgens mij heeft dat alles te maken met het enorme werktempo dat we gewoon zijn gaan vinden. Ik werkte vroeger vaak met Surinamers en als je dan vroeg hoe het ging en je kreeg als antwoord “Rustig, man”. Dan wist je dat het goed ging. Bij Nederlanders gaf het antwoord “Druk, druk, druk” hetzelfde effect: het gaat hem blijkbaar goed.

Maar we rennen onszelf nogal eens voorbij. McKinsey kwam deze week naar buiten met een onderzoek waaruit bleek dat topmanagers zich meer dan ooit richten op de korte termijn. Dat ondermijnt de levensvatbaarheid en winstgevendheid op langere termijn.

Ik zie het in mijn werk ook veel…die haast, die behoefte om alles vooral heel snel te doen. En ik zie ook hoe goed het kan werken om juist even stil te staan, tijd te nemen om te reflecteren op wat je doet, ja af te vragen of het eigenlijk wel zo werkt zoals je hoopt of te kijken wat er eigenlijk nog meer gebeurt.

Overigens vind ik rennen heel leuk, kan ik me enorm mee vermaken. In heel weinig tijd heel veel produceren. Heel lang doorwerken, lekker ploeteren, multitaskend veertien ballen tegelijk in de lucht houden, genieten van mijn eigen veronderstelde potentie. Maar het is met name fijn als je het kunt afwisselen met mijmeren, falsifiëren of wat je doet eigenlijk wel helpt of je hoofd leegmaken met een wandeling waardoor de brein de zaken weer eens wat ordent en herschikt. Hollen en stilstaan als ritme, als maatvoering als de dynamica van de arbeid.

Zonder die reflectie zal het Ondertussen je steeds blijven ontgaan. En eens, feedback, hoe moeilijk ook, helpt daar enorm bij.

Groet, Jaap

Reageer

Organisatievragen