Goede voornemens

12 januari 2014


Beste Jaap,

Het nieuwe jaar is begonnen. Ik heb nooit goede voornemens, maar nu ga ik er toch eentje maken. Ik ga mezelf voornemen om meer te vertrouwen op de goede wil van mensen. Je weet, ik val in de categorie ‘grumpy female over forty’ en dan heb ik ook nog eens werk dat me niet altijd de blije kanten van de wereld laat zien. Cynisme, verpakt als realiteitszin ligt dan op de loer. En dan hou ik ook nog eens niet van blije verhalen, omdat ik er niet in geloof. Hoe donker wil je het hebben? Niet dat ik daar zelf niet enorm van geniet. Ik hou van het menselijk tekort en de imperfectie, maar wellicht heb ik ook wel eens te weinig oog voor alle moeite die mensen doen om met elkaar samen te kunnen leven.

Ik deed deze week een buurtbemiddeling waarin dat maar weer eens bleek. De ene buur had last van geluidsoverlast van de te luid musicerende andere buur. Ze hadden al eens afspraken gemaakt, maar het huis was gehorig en het probleem was nog niet genoeg opgelost. Zij dus samen met ons, van buurtbemiddeling, om tafel. Beide buren bleken partijen die niet van plan waren het fout te laten gaan. Ze wilden er samen uitkomen. En ze maakten goede afspraken met elkaar om al pratend het probleem, dat toch steeds terug zou komen, steeds opnieuw samen op te lossen. De een voelde zich bijna bezwaard om het toch weer aan de orde te stellen: ’Ik weet dat je leeft voor en van de muziek, dat wil ik je niet afnemen, want ik weet hoe belangrijk het voor je is’. De ander stelde gerust: ‘Je moet nooit aarzelen bij me binnen te stappen, ik beloof je het nooit vervelend te vinden als je binnen stapt, al doe je het voor de honderste keer. Ik vind het vervelender als ik niet weet dat je er last van hebt, dan dat je het me vertelt.’. Een gesprek over een situatie waarvan beiden weten dat het nooit over zal gaan. Ze hebben gewoon gehorige, niet zo goed gebouwde huizen, waarin elke scheet door de muren knalt. Dus moet je komen tot een situatie van permanent gesprek. Over iets dat niet makkelijk bespreekbaar is, want je pleegt inbreuk op iemands intieme, eigen binnenruimte. En dat dan toch durven met elkaar. Ga er maar aanstaan. Knap hoor.

Ik vind het wel bijzonder dat ik het in dat soort situaties vaker en makkelijker zie dan in een werkcontext. Het lijkt daar wel of mensen harder hun eigen positie, rechten en belangen mogen blijven vertegenwoordigen dan dat ze rekening met elkaar proberen te houden. Zou dat komen door het contractuele karakter van een baan? Of omdat, als je er daar niet uitkomt, je niet direct zelf ook in je leefomgeving geschaad wordt? Hoe zie jij dat?

Ik vind het fascinerend. En ik heb dus ook besloten om in werksituaties te zoeken naar dat vermogen, dat er dus moet zijn, om er echt samen uit te willen komen. Kijken hoe lang ik dat volhou en of het me lukt om het ook daadwerkelijk te zien.

Groet,

Leike

Reageer

Organisatievragen