Flitsvertrouwen

19 maart 2019


Beste Jaap,
 
 
Er is een vorm van vertrouwen dat te paard komt: ‘swift’ trust, flitsvertrouwen. Flitsvertrouwen ontstaat snel en al in een vroeg stadium van onderlinge samenwerking; in situaties waarin noch sprake is van trust, noch van confidence. Het kan ontstaan in situaties waarin er geen mogelijkheid is om te bouwen aan ‘evidence based’ vertrouwen. In tijdelijke teams bijvoorbeeld, of in onzekere situaties. Of in situaties waarin je alleen virtueel contact met elkaar hebt.
Flitsvertrouwen ontstaat omdat mensen elkaar het voordeel van de twijfel geven op basis van een inschatting van elkaars ‘waarde’ en kwaliteiten. Die inschatting maken we op basis van sociale aannames en omdat we niet altijd tijd hebben of nemen om de vertrouwensbasis goed te onderzoeken. Het mooie daarvan is dat we die aannames graag bevestigd zien, dus in de eerste instantie zoeken we naar bevestiging van die aannames en niet naar de ontkrachting ervan.
 
Met al die tijdelijke teams die onderdeel zijn van nieuwe manieren van organiseren is flitsvertrouwen superhandig. Het lijkt een heel bijzondere vorm van ‘trust’, vertrouwen in de ander. Zou het de vorm van vertrouwen kunnen zijn waarmee je gebrek aan confidence, het vertrouwen in de voorspelbaarheid van je omgeving, kunt compenseren? In situaties van verandering bijvoorbeeld, als die context in verandering is?
 
Maar flitsvertrouwen blijft geen lang leven beschoren als het niet geschraagd wordt door twee dingen: ervaring dat het vertrouwen niet tot teleurstelling leidt, en het ontstaan van groepsnormen die de bedding gaan vormen voor groepsgedrag. Met beide wordt dat vertrouwen dat er in een flits was steeds verder verstevigd en omgebouwd naar zowel het vertrouwen in de ander als vertrouwen op de context waar mensen werkzaam zijn. Zonder dat verdwijnt het ook weer snel.
 
Flitsvertrouwen lijkt dus op een vorm van vertrouwen dat te paard komt, maar ook te paard gaat. Zou dat de reden zijn dat het in tijdelijke teams toch vaak niet lukt om vertrouwen vast te houden?
 
Groet, Leike

Reageer

Organisatievragen