Brand!

27 augustus 2019


Beste Leike,

 

Wat een interessante reacties kwamen er op je laatste twee briefblogjes aan mij. Jij stelt dat het stuk kan. Dat onze wereld, onze democratie, onze beschaving niet zomaar een gegeven zijn. En je spreekt je zorgen uit over politici en commentatoren die daar juist nogal zorgeloos mee omgaan. Die zich gedragen alsof het niet stuk kan.

Vervolgens zijn er allerlei reacties die je manen minder pessimistisch te zijn, wijzen op tal van positieve ontwikkelingen die er ook zijn, die suggereren dat het schrijven aan een boek over onmacht ook maar aanleiding geeft tot gesomber, die je erop wijzen dat de maatschappelijke transitie nu eenmaal een chaotisch proces is of die je melden dat het niet meer stuk kan omdat het al stuk is.[1]

 

Ik ben ook gefascineerd door die reacties. Het zijn volgens mij allemaal heel goed bedoelde pogingen je op te beuren, je te helpen het wat meer van afstand te beschouwen, je te helpen niet in een depressie te komen. Ze zijn bedoeld als echte liefdevolle hulp. Dat is mooi, zeker in deze tijd van elkaar afbranden op social media, maar gaat voorbij aan jouw boodschap.

Het is alsof je heel hard BRAND! roept en dat de een reageert met “Ga even zitten, je bent enorm geschrokken he?”. Dat de volgende zegt “Maar die brand komt heus niet in de kelder want die is van beton”, en weer een ander meldt dat dit alweer de zoveelste brand is in het dorp dit jaar of wijst erop dan volgens de tweede wet van de thermodynamica alles uiteindelijk vervalt (inclusief literatuursuggestie). Terwijl je zou willen dat ze ook hard BRAND! roepen en in de weer gaan met emmertjes, 112, en tuinslangen.

 

De aard van de reacties illustreert een van de punten die we in ons Onmacht-boek willen adresseren: de individualisering en psychologisering van onze huidige cultuur. Een cultuur waarin optimisme en distantie de norm zijn en waarin ongerustheid, betrokkenheid al snel als individuele emotie worden gezien. Een cultuur waarin we maatschappelijke vragen verengen tot persoonlijke kwesties waar je individueel oplossingen voor moet zoeken: “En wat doe je er dan zelf aan…?”. Een cultuur waarin depressie-epidemie wordt bestreden met pillen in plaats van maatschappelijke verandering.

Of we nemen van schrik heel veel afstand (“transitie is nu eenmaal chaos”), alsof een generaal zegt dat een kernoorlog nu eenmaal veel slachtoffers eist. Alsof je het vraagstuk waar je inzit van buiten kunt beschouwen en daarmee ontmantelen.

Enkele maanden geleden kwam poolonderzoeker Maarten Loonen terug van Spitsbergen en meldde dat hij in paniek was: “Het systeem is voorbij de tipping point, ik word hier heel emotioneel van.” Het leek me een heel oprechte en zelfs rationele uitspraak. 

Zou het de klimaatcrisis helpen als de onderzoeker in therapie ging? Of zou het helpen als we hem serieus nemen en zijn paniek als hele relevante informatie en reden tot actie zien? Ik denk dat dat is wat de altijd gekoelde Gerrit Hiemstra doet!

 

Somberheid en paniek, we hebben het hard nodig. Want we gedragen ons nog steeds als ‘just another day at the office’, terwijl ze fikkie stoken in het papierhok.

 

Groet, Jaap

[1]Overigens waren er ook de nodige reacties die met veel herkenning instemden met hoe je dat knap verwoorde, maar daarover wil ik het niet hebben.

Reageer

Een reactie op “Brand!

  1. Chris (27 augustus 2019)

    Zijn al die reacties niet een defensie tegen onze angst? En in t defensief wordt weinig geleerd…


Organisatievragen