Met enige onregelmatigheid schrijven Leike en Jaap elkaar een dialoogblog over het vak en de wereld. Daar kun je je op abonneren, dan krijg je bij iedere nieuwe blogpost een melding. Ook heel leuk vinden we het als je je ermee bemoeit en een eigen bijdrage levert. Naar een specifieke blogpost zoeken of neuzen door alle titels kan in het blog overzicht.

Onze Amerikaanse mentaliteit….

29 januari 2017


Beste Leike,

Koude oorlog had je het over. Trump die handreikingen doet aan Poetin en tegen Europa zegt dat het zijn eigen boontjes moet doppen. Xi die pleit voor open markten en wereldhandel. Veranderingen kunnen soms heel hard gaan.
Ik ben uit 1953. De oorlog was eigenlijk net voorbij. De Amerikanen hadden ons bevrijd en waren daarom voor in de eeuwigheid onze vrienden. Met de Marshalhulp stimuleerden zij de wederopbouw van Europa. Wat een lieve, machtige, vrienden hadden we!
En we deden ze na, luisterden naar hun muziek, keken naar hun films, kopieerden hun cultuur. We kregen ook rock ’n roll en kauwgum. We droegen spijkerbroeken en Ray Ban zonnebrillen. Tot aan vandaag. Je kunt niet meer in een bioscoop komen of er zit een stel naast je met popcorn en cola.
En niet alleen cultureel natuurlijk. Ook de economie. Reagan koos voor een neoliberaal model, wij dus ook. De markt is het mooiste wat er is en kan alles het beste organiseren. Gaandeweg werd ons land een BV, moesten ambtenaren overheidsondernemers worden en moest de burger kiezen bij welk ziekenfonds, inburgering of elektriciteitsmaatschappij hij zijn diensten wilde afnemen. Politietaken werden overgenomen door private mannen in fantasie-uniformen en op het spoor moest er zo geconcurreerd worden dat we er uiteindelijk niet eens in slaagden een snelle trein te laten rijden. Net als in Amerika.
De wetenschap. Bij voorkeur publiceren in Engelstalige papers. Mijn zoon Jan schreef zijn masterscriptie in het Engels. Voertaal ook in veel colleges.
Management…. Driekwart van onze managementliteratuur komt uit de VS. Hoe invloedrijk is dat op hoe wij organisaties besturen? Waarom volgen Nederlandse managers een MBA, een op Amerikaanse leest geschoeide gebruiksaanwijzing voor organisaties? Hoe kan het dat veel bedrijven nog maar een waarde kennen: shareholders value?
Onlangs kreeg ik een mooi managementboek onder ogen. Reconsidering Change Management van de broertjes Ten Have, beide hoogleraar aan de VU. Een degelijk en serieus wetenschappelijk onderzoek naar de mate waarin change management ook echt op empirisch onderzoek rust en niet op aannemelijke verhalen. Het kaf van het koren scheiden. Belangstellend keek ik naar de lijst van 54 onderzochte boeken. Ik ken ze lang niet allemaal, maar ik schat het op 53 Angelsaksisch en een Belg (Laloux)
We zijn een Amerika light geworden. Instant consumptie en obesitas.

Wat ik wel mooi vind is een ander managementboek dat me dezer dagen onder ogen kwam: De Hollandse School van Veranderen van Ber Damen. Hij noemt zeven wetten van transitie en baseert zich in zijn denken op wat hij als de Hollandse School noemt. Sleutelwoorden zijn: een goed verhaal, een pragmatische aanpak, knutselen, mensgericht, nuchter, onconventioneel en met humor.
Als de voortekenen niet bedriegen gaan de tweede kamer verkiezingen in maart over wie we zijn. Normaal, patriottisch, redelij?… iedereen zoekt naar wat ons bindt.
Ik hoop op meer geluiden als die van Ber Damen waarin verbinding met traditie èn relativering daarvan beide een plaats krijgen.

Groet, Jaap

Koude oorlog

14 januari 2017


Beste Jaap,

Deze week zat ik gierend van het lachen in de auto. Minister Koenders maakte zich zorgen dat ook de Nederlandse verkiezingen beïnvloed konden worden door Russische hackers. Net als de Amerikaanse verkiezingen.

Serieus! Alsof we een rol spelen op het wereldtoneel! Hoe bizar willen we het nog maken met elkaar? Ik zag al een filmpje voor me van Rutte in Rusland, in flagrante delicto. Komen we er eindelijk achter hoe het nu echt zit. En mails van Asscher met compromitterende informatie waaruit blijkt dat Asscher zich bij de val van Diederik heeft laten steunen door China. Buiten mijn auto was het donker, koud en nat. Binnen had ik pret.

Tot ik mij met een schok realiseerde dat er misschien helemaal niets te lachen viel. Moet ik dit niet veel serieuzer nemen? Zitten we hier niet gewoon midden in een vervolg van de Koude Oorlog? Laten we wel wezen, het lijkt er verdacht veel op. Er zijn de laatste weken spionnen en dubbelspionnen opgedoken. Allemaal proberen ze wereldmogendheden te ontwrichten. Alleen nu niet meer met wapens, maar met digitale technologie en via de media. Er staat ineens een heel oud spel op de wagen, maar met nieuwe wapens.

Ik was even in slaap gesust. Dacht dat ie voorbij was. Die Koude Oorlog was immers de laatste jaren helemaal niet meer nodig. We waren vrienden, de spanning was eraf. Er viel de afgelopen jaren niet veel te koude-oorlogen. Dat was nu eenmaal zo.

Ik realiseerde me ineens dat dat niet wil zeggen dat de spelers van de toenmalige Koude Oorlog het goeie oude handwerk niet missen. Dat ze zijn blijven zoeken naar een equivalent die hun leven weer zin geeft.

En die is er in de vorm van de huidige digitalisering. Wat een mooie manier belastende informatie te bemachtigen. En al kun je misschien niet meer zoveel met militaire geheimen, maakt niet uit. Het zijn de persoonlijke geheimen waar je je op kunt richten, want die is bijna kwetsbaarder dan welk militair geheim ook. En dat meld je publiekelijk, want dat heeft het grootste effect. De machthebber bestaat bij de gratie van de media en de daaruit voortkomende publieke opinie.Wat is er hetzelfde gebleven? Die vertrouwde lijn Rusland – Amerika.

Ook dit inzicht kwam binnen in mijn gezellige warme auto. Een nieuwe Koude Oorlog. Eentje die paranoia aanwakkert, ervoor zorgt dat we niet meer weten wat we moeten geloven. Eentje ook die ervoor zorgt we mensen aan de macht krijgen die we voor de wereldbalans maar beter niet aan de macht kunnen hebben. Dat voelt een stuk killer.

Zou het echt die kant op gaan? Ik hoop het niet, maar ben bang van wel. Al jaren hebben wij het over terugveren. Een taaie reactie van de organisatie op verandering. De verandering komt op gang, maar veert weer terug naar zijn oude situatie. Omdat we niet gezien hebben dat het oude nog sterk aanwezig was. Omdat we niet gezien hebben dat er zich in het Ondertussen iets aan het ontwikkelen was. Omdat er sprake is van een aantal samenlopen van omstandigheden die een onverwacht effect hebben. Zou dat hier aan de hand zijn? Dan is dit wel de meest bizarre vorm van terugveren die ik ooit gezien heb.

Groet, Leike

Distantie en nabijheid

6 januari 2017


Beste Leike,

In Onderweg hebben we aandacht besteed aan inzoomen en uitzoomen als een manier om ons een beeld te vormen van organisaties. Een scherp oog voor de details afwisselen met het brede overzicht vanuit de spreekwoordelijke helikopter.
Ook wij ontkomen er in onze blogjes niet aan om mee te somberen over een wereld waarin populisme, factfree politics, maatschappelijk ongenoegen, complottheorieën en gerammel aan maatschappelijke hoekstenen (zoals wetenschap en rechtelijke macht) enorm in de mode komen. In 2016 hebben we gezien dat het ongenoegen Brexit en Trump heeft gebaard, in 2017 kijken we vol huivering naar verkiezingen in Nederland, Frankrijk en Duitsland. En dan heb ik het nog niet eens over Erdogan, Putin of verschijnselen als Duterte. Je houdt je hart vast.
Ik lees in de kranten de ene na de andere messcherpe analyse over de achtergronden van deze revolutie. En heel vaak denk ik dan “ja, zo zit het”. En dan word ik blij dat er mensen zijn die intelligent proberen te verklaren waarom er gebeurt wat er gebeurt.

Dat kennen we van ons werk in organisaties: goed proberen te snappen waarom er gebeurt wat er gebeurt. En dat is ook vaak onze bijdrage: helpen inzicht te krijgen in de logica en de patronen van de gebeurtenissen. Die liefde voor proberen te begrijpen was ook de drive achter onze eerste twee boeken; over ONveranderbaarheid en over het Ondertussen.
In al die zaaltjes waarin we met groepen aan de gang gingen over die thema’s spraken mensen uit dat ze het heel erg herkenden. Maar dan vroegen ze stevast: “Oké, en wat moet je dan doen?”
In reactie op die terechte vraag besloten we van ons af te schijven wat we zelf doen, wetende dat organisaties maar beperkt veranderbaar zijn en dat ons begrip van wat er gebeurt blinde vlekken kent die we in ons Ondertussen hebben gestopt.
De pragmatische benadering die we zo in Onderweg beschreven, herkennen gelukkig veel mensen als nuchter en ook praktisch. Een dezer dagen houden we Onomkeerbaar ten doop, een boek dat juist de nadruk legt op de ingewikkelde overgang van praten en analyseren naar daad-werkelijk handelen.

Ik zoom even uit.
Dezer dagen maakte de vooraanstaande Britse ambassadeur bij de EU zijn ontslag bekend. Hij zegt eigenlijk dat de Britten nog geen begin van een Brexitstrategie hebben, alles is nog retoriek. Dat voorspelt moeizaam gedoe en conflicten.
Trump is een ander geval. Hoewel nog niet in functie twittert hij zijn opinies rond. Trump houdt zich nu al aan weinig conventies. Hij is een gamechanger, dat is wel duidelijk. Hij rammelt het systeem los. Zijn gedrag heeft een alarmerend effect op anderen, bijvoorbeeld in Europa en China. Moeten we niet meer geld aan defensie besteden als de Amerikanen minder betrouwbaar worden? Moeten we andere vrienden zoeken?
Bijna niemand heeft het ondertussen over China. Nog altijd groeiend en globaliserend. Jonathan Holslag schreef in 2014 het indrukwekkende De kracht van het paradijs. Over hoe Europa kan overleven in de Aziatische eeuw. Hij ziet Europa als naar binnen gekeerd en gericht op het verleden. Er zijn veel potenties, maar dan moet er wel wat gebeuren. Europa moet zich echt gaan organiseren en de blik richten op de veranderingen in de grote buitenwereld.

Bieden al die onzekerheden nu alleen nadelen, of bieden ze ook juist de mogelijkheid om op door te pakken? Zou het zo kunnen gebeuren dat Europa, of delen ervan, echt urgentie ervaren, zich meer tot elkaar wenden in reactie op een vijandiger omgeving?
En zou het kunnen zijn dat al deze ontwikkelingen ook een effect hebben op de niet-populisten? Wiens strategie totnutoe vooral bestond uit het aandragen van de neutrale feiten in de hoop dat die voor zichzelf spreken? Alsof het nuchtere feitenrelaas het electoraal kan winnen van de aanwezige woede, teleurstelling en machteloosheid.
Kunnen de niet-populisten de angst van zich afschudden en met visies komen, offensieve ideeën om de wereld beter te maken? Verhalen die enthousiasme en hoop kunnen opwekken? Visies die heilige huisjes en porseleinkasten niet zullen sparen.
De democraten in de VS hebben (met rare manipulaties van het partij-establishment) de fout gemaakt Hillary te verkiezen boven Bernie Sanders. Hillary was het establishment, Bernie stond voor een radicale verandering, voor hoop op verandering. Je weet het natuurlijk nooit, maar ik denk dat Bernie gewonnen had van Trump.
Ik hoop daarom dat er in Europa’s Bernies opstaan. Met een visionair verhaal van hoop in plaats van het defensieve alternatief.

Groet, Jaap

Effectbejagers

13 december 2016


Beste Leike,

Goed idee om die emotie serieus te nemen in de politiek. Eigenlijk wel een gek besluit, want in organisaties doen we dat al jaren. In onze rol als manager of adviseur nemen we de emoties en gevoelens die ontstaan altijd al serieus; ‘feelings are facts’ roepen we dan.

We zeggen weleens tegen elkaar dat we in deze blogjes heel vaak maatschappelijke vragen behandelen omdat het in zekere zin ook organisatievragen zijn. Hoe organiseren we de jeugdzorg, duurzaamheid bij woningcorporaties, veiligheid in de wijk? Die vragen houden direct verband met de inrichting van ons openbaar bestuur, de werking van de democratie of de groepsdynamiek in een proces van publiek-private samenwerking.
Zo komen veel van die maatschappelijke vragen in onze blogjes terecht en proberen we daar met een organisatiekundige blik naar te kijken.

Organisatiekundig zijn de emoties, de gevoelens, de groepsdynamische consequenties van beleid steeds onderdeel van strategische afwegingen. Gewoon, heel pragmatisch. Je kijkt naar de effecten van wat je wil bereiken en kiest voor de strategie met veel gewenst effect en zo min mogelijk ‘collateral dammage’.
In het maatschappelijk en politiek debat voelt dat -ook voor mij- vaak anders. Dan blijken emoties opeens uit een onderbuik te komen en zien we sommige opiniebepalers als rattenvangers, populisten, effectbejagers.
Het is inderdaad goed om dat eens te overdenken; waar komt dat morele oordeel vandaan? Bij mij komt het onder meer van Tinneke Beeckman, die met Macht en onmacht een prachtige analyse van onze tijd maakte. Overtuigend beschrijft ze hoe het postmoderne denken de filosofische binnenkamers heeft verlaten om post te vatten in het alledaagse taalgebruik en denken. Feiten worden gerelativeerd tot “ja, dat is hoe jij het ziet, ik zie het anders”. Alles wordt subjectief gemaakt en daarmee verliezen we de common ground van het maatschappelijk verkeer: als alles ter discussie komt, is iedere mening evenveel waard. Zo ondergraaf je wetenschap, rechtspraak, gezag van deskundigen, de kennis van de ander.

De verlichting –waar ook onze vrije meningsuiting vandaan komt (!)- maakte zich sterk voor rationaliteit, wetenschap, voor het waarheidszoekend debat. We leerden onderscheid maken tussen wat je gelooft en wat feitelijk het geval is.
Die vrije meningsuiting lijkt nu gekaapt te worden door roeptoeters die niet langer een mening hebben over feiten, maar meningen over meningen van anderen die ze als feiten presenteren. En als we niet bestaande feiten nodig hebben produceren we ze zelf; nepnieuws speelde een grote rol in de verkiezing van Trump.
Mijn zorg betreft dus eigenlijk niet zozeer de emoties en eigenlijk ook niet het inspelen op emoties door allerlei politici. Zorgelijker vind ik eigenlijk vooral het onvermogen om feiten, wetenschappelijke kennis, oordelen van deskundigen, uitspraken van rechters en dergelijke te onderscheiden van wat je op internet kunt lezen.

Jij refereerde ook al aan het mooie stuk van Kees Vuyk in de NRC. Hij pleit ervoor het debat aan te gaan, elkaar op te zoeken, desnoods ruzie te maken met meninghebbers. Ik denk dat hij gelijk heeft; als je niet met elkaar in gesprek gaat blijft ieder in zijn eigen bubble met zijn eigen facebookvrienden zijn eigen gelijk bevestigen. Vol onbegrip over het onbegrip van de anderen.

Groet,  Jaap

(Blind) vertrouwen

5 december 2016


Beste Jaap,

Heb je de reuring rond Trump net gehad, wordt Renzi naar huis gestuurd in een referendum, mede dankzij Grillo die opriep om met je gevoel te stemmen en niet met je verstand. Ondertussen beginnen Monasch en Dijkgraaf een nieuwe partij, waarin – net als bij die nieuwe partij van Baudet – met name het bindend referendum ervoor gaat zorgen dat de burger gehoord wordt. Zij haken in op de onvrede bij de burger die zich niet gehoord voelt in zijn eigen wensen en belangen. Burgers die de overheid (en de hele bliksemse rest!) niet vertrouwen.

Aan de andere kant van het spectrum liet Jan Terlouw zich horen. Met een oproep tegen egoïsme en eigenbelang. Een oproep om de politiek te vertrouwen. Het lijkt of hij met name de mensen die zich nog niet hebben laten horen, raakt. Die reageren emotioneel: Precies! Vertrouwen! Het grotere belang! Daar gaat het om!

De toespraak van Terlouw heb ik (nog) niet gehoord. Ik kan me er niet toe zetten. Net zo min als dat ik kan luisteren naar al die nieuwe partijleiders. Maar ik moet beide waarschijnlijk wel gaan doen. Emoties, de onderbuik en het gevoel staan steeds centraler in de politiek. Het is niet meer alleen van de volksmenner of de populist. Het is misschien gewoon de oplossing van de impasse waar we in zitten. Ook ik moet er denk ik aan: politiek is emotie.

In de NRC van zaterdag stond een mooie column van Arjen van Veelen waarin hij schrijft dat Terlouw de onderbuik van Ons Soort Mensen raakt. Dat wat Terlouw deed, eigenlijk niet veel anders is dan wat populisten doen.

In een – ook prachtig –  stuk in de zaterdag-NRC beschrijft Kees Vuyk hoe we een maatschappij geworden zijn waarin consumentisme, economisme, en kapitalisme centraal staan: eigen belang boven algemeen belang. De oproep om breder te kijken dan naar eigen belang – stelt hij – ontmoet vooral argwaan. De verbinding tussen dat soort idealen en de wereld van de burger is zoek. Ook Vuyk stelt dat de emotie terug moet, dat er ruzie gezocht moet worden. Dat dat de enige manier is om weer verbinding te leggen tussen twee van elkaar losgezongen werelden: die van het echte leven en die van de politiek.

Er wat langer over nadenkend, vraag ik me af of het niet logisch is, dat die onderbuik nu zo’n rol speelt. Onze democratie kreeg vorm in verzuild Nederland. Die zuilen waren eigenlijk de intermediair tussen burger en politiek. Daarin zaten de idealen en de emotie; die reguleerden de onderbuik. Je vertegenwoordigers in de politiek, kon je vertrouwen: zij vochten voor de juiste waarden en idealen. Zij handhaafden de cultuur die maakte dat er touwtjes uit brievenbussen konden hangen.

Maar die zuilen zijn niet meer. Jarenlange issuepolitiek gekoppeld aan steeds verdergaande individualisering heeft het vertrouwen in de politiek doen afnemen. En er is geen intermediair meer die dat reguleert. Misschien moeten we inderdaad weer iets vinden dat die emoties zo kanaliseert dat ze politiek-bestuurlijk helpend in plaats van destructief zijn.

Maar dat bindend referendum, dat gaat niet helpen. Ze kunnen wel beloven dat de burger daarmee gehoord wordt, maar dat is dan maar de ene helft die zijn zin krijgt bij die uitslag. De andere helft zal toch weer niet het eigen belang geborgd zien. Dat bindend referendum is eerder een retorische belofte waarmee populisten zich een plek in het bestaande bestel verwerven dan een instrument dat het bestel gaat veranderen. Van Reijbroek heeft wat dat betreft een genuanceerdere blik op hoe het anders kan. Minder op zichzelf gericht, meer vanuit het algemeen belang bekeken.

Ik spreek met mezelf af dat ik die politieke emotie serieus ga nemen. Maar als het dan om vertrouwen gaat, spreek ik ook met mezelf af dat ik alleen die mensen ga vertrouwen waarvan ik denk dat ze echt proberen met andere vormen van democratie de verbinding tussen burger en politiek te verbeteren. Ik blijf argwanend naar populisten voor wie democratie vooral het eigenbelang lijkt te dienen. Want vertrouwen is mooi, maar blind vertrouwen wat kortzichtig.

Groet,

Leike

Game changer

27 november 2016


Beste Leike,

Ja om Trump en zijn verkiezing kun je niet heen. Heb jij dat nou ook dat je in deze tijden bijna dagelijks commentaren leest, omdat het je niet lukt in je eentje betekenis te geven aan deze gebeurtenis? Dat je –meer dan ooit de laatste jaren- erover praat met allerlei mensen in je omgeving? Om te testen of je eigen ideeën houtsnijden? Ook in jouw blogje doe je een duit in het zakje van de tallozen die hopen deze situatie beter te snappen. We leggen weleens aan groepen uit dat betekenisgeving een door-en-door sociaal proces is. Het bewijst zich waar je bij staat.

Ik weet zelf niet goed wat ik er allemaal van moet vinden. Ik vind er heel veel van, maar het zit ook vol met tegenstrijdige ideeën en gevoelens. Ik twijfel ook enorm aan mijn vermogen om te overzien wat de consequenties zijn. Brexit en Trump hebben mijn zelfvertrouwen èn mijn vertrouwen in deskundigen over de voorspelbaarheid van de toekomst niet direct versterkt.
Dus als Simon Schrama in de NRC van 19 november waarschuwt voor de ronduit gevaarlijke ideeën van T., ben ik het wel met hem eens. Dat een man zonder enige zichtbare empathie aan allerlei knoppen zit; doodeng!

Maar ik denk ook terug aan de verkiezing van Obama. Wij hadden net ONveranderbaarheid van organisaties gepubliceerd en trokken allerlei zaaltjes in met de inzichten uit dat boek. Je herinnert je ongetwijfeld dat we de mensen vroegen of zij dachten dat Obama veel zou veranderen. Weet je nog dat hele grote meerderheden vol van “Yes we can!” geloofden dat hij heel veel moois zou realiseren na de jaren Bush?
En dat wij dan aangaven dat lang niet alles kan wat je wilt? Zelfs niet als je de machtigste man ter wereld bent? Het schrijven van ONveranderbaarheid ons had geleerd hoe robuuste systemen taaiheid produceren als je ze wilt veranderen.
Inmiddels is Obama een succesvolle president gebleken en velen –in Europa- hebben nu al moeite met afscheid nemen van deze gewetensvolle intellectueel. Het contrast kan nauwelijks groter zijn. En toch, Obama heeft veel bereikt, maar vooral in zijn tweede vier jaar en lang niet alles wat hij wilde. Zijn eerste actie, het sluiten van Guantánamo Bay is bijvoorbeeld uiteindelijk niet gelukt.
Dus is de vraag wat Trump gaat realiseren van zijn beloftes. Ik hoop van harte dat de theorie uit ONveranderbaar in hoge mate van toepassing zal zijn op zijn regime. Of zoals we weleens uitroepen als het gaat over (on-)veranderbaarheid in organisaties: “Je moet er toch niet aan denken dat de mensen echt gaan doen wat het management ze vraagt.”
Ik hou me er dus maar aan vast dat het systeem sterker is dan deze Amerikaanse versie van “Hadjememaar” (die hoewel arm in plaats van rijk, eenzelfde soort ontregeling op een systeem wist te zetten).
Wat zou het mooi zijn als we -als T. bijvoorbeeld het Parijse Klimaatakkoord verwerpt- onder leiding van China (ja, China!) gewoon doorgaan met leren hoe goedkope fossielvrije en duurzame energie te maken. En dat de VS dan uit puur economische motieven later toch aanhaakt.
Maar ik ben er niet zo positief over, over dat corrigerend vermogen. In deze tijden veranderen niet alleen de spelers, maar ook steeds vaker de spelregels. Ik denk dat we er niet tegen zijn opgewassen als het machtigste land besluit een dikke streep door afgesloten internationale verdragen te zetten.

Met een toch sombere groet, Jaap

Ik hou mijn adem in

16 november 2016


Beste Jaap,

Trump is gekozen als president van de Verenigde Staten. Ik heb tot het eind toe niet geloofd dat dat echt zou gebeuren. Heb heel lang gedacht dat de man die de opwarming van de aarde een hoax noemt, zelf de hoax was. Niet dus. Hij is het echt geworden. En dus kijk ik, met de wereld, naar wat er gebeurt. Hou nog net niet mijn adem in.
Al die grote woorden en stoere taal. Hoe houdbaar is dat? De beurs doet het er in ieder geval goed op. Die steeg vrij snel na de verkiezingen. De sector die goed is in windhandel ademt de gebakken lucht van Trump met graagte in.

Trump is natuurlijk een heel handige ondernemer. Die vaardigheid zet hij ook nu in: hij herverkoop het product Amerika aan de Amerikanen. Hij blaast het nieuw leven in: ‘Let’s make America great again’. ‘Met vernieuwde formule’, ‘nu nog beter’. En het verkoopt. Helemaal in lijn met hoe mensen zich laten leiden door reclame. Ze ‘kopen’ een life style, een verhaal, een belofte. Blijkbaar heeft Trump dat in de aanbieding en weet hij het goed te verkopen. Eindelijk spierballentaal. Eindelijk geen moeilijk gedoe en problemen, geen oog voor onzekerheden en zwakte. Eindelijk weer iemand die de American dream belooft!

Ik koop daar voorlopig nog niets voor. Beide, de verhalen van Trump en die beurshandel, bevinden zich in de wereld van de emotie, niet die van de daad. Het is Trumps meest vertrouwde wereld: de wereld waar je geld verdient met geld; waar emoties en imago je succesvol maken. Trump leeft in die wereld, waar stoere verhalen en uiterlijk vertoon je bewijs voor succes zijn, niet het effect van je daden. Maar het is ook de wereld waar gewone mensen geen toegang toe hebben. Sterker nog, het zijn de gewone mensen met hun gewone salarissen die er in deze wereld niet toe doen. Niet succesvol en stylish genoeg.
Maar in die wereld vergeet je heel makkelijk dat er voor iedere succesvolle ondernemer een veelheid aan ondernemers is die het geprobeerd heeft maar niet succesvol was. Voor ieder mens die zijn American dream heeft kunnen bouwen, tallozen die daarin mislukt zijn.

Trump gaat successen organiseren, dat gaat hem lukken. Er worden mensen beter van zijn beleid. Maar ik ben bang dat ook heel veel mensen er slechter van worden. Trump zal zeggen dat dat hun eigen schuld is, dat ze hun eigen broek niet op kunnen houden, dat ze geen eigen verantwoordelijkheid nemen. Dat kun je makkelijk zeggen als je leeft in een bubbel van succes.
Voor hem is het makkelijk om te roepen dat hij zo snel mogelijk van het verdrag van Parijs af wil. Makkelijk om te zeggen dat hij het principe van de NAVO – als een van ons wordt aangevallen dan is dat een aanval op allen – niet vanzelfsprekend vindt. In zijn wereld heb je die niet nodig. En in de wereld waar dat wel nodig is, gelooft hij niet.

Ik denk dat hij successen gaat bereiken, maar vooral ook zorgvuldig gebouwde vangnetten voor klimaat, vrede en welzijn stuk gaat maken. Die zijn in zijn succesvolle wereld immers niet nodig. Heb je niks aan.
Ik hoop ik op de stevigheid van die vangnetten. Nationaal en internationaal. Als de tegenkracht van wat we al gebouwd hebben maar groot genoeg is, dan moet het toch lukken om Trump niet blind zijn gang te laten gaan? De eerste tekenen worden al zichtbaar. California wil zich afscheiden en China (!) spreekt Trump streng toe over zijn klimaathouding.

Hoaxes blijken vaak redelijk onschuldig en niet in staat om echt heel veel schade aan te richten. Daar hoop ik dan maar op.

Groet, Leike

Politiek en pragmatiek

1 november 2016


Beste Leike,

Ik leg net weer een prachtig boek weg. De nieuwe democratie van Willem Schinkel. Pas een paar jaar oud en nu al niet meer te krijgen. Doodzonde. (hoewel nog wel verkrijgbaar als e-book gelukkig; daar hoeven ze geen voorraden van aan te houden.)
Het is zo mooi omdat hij zo helder onderscheidt wat management is en wat politiek. Hij vindt dat we de laatste decennia alles zo gedepolitiseerd hebben dat de maatschappelijke tegenstellingen zijn weggerommeld. Het huidig onbehagen komt voort uit het onvermogen weer scherp te politiseren. We nemen veel te veel structuren als gegeven. Voorbeeldje: iedereen gaat zo ongeveer uit van almaar onbeperkte groei van productie en consumptie. Obesitas; dat kan onze planeet helemaal niet aan, stelt Schinkel.

“Probleemmanagement”, zo noemt hij de bestuurlijke praktijk die Nederland regeert. Alle vraagstukken die opdoemen worden voorzien van een pragmatische way out en worden weggepolderd. Hij laat ook zien dat we eigenlijk geen politiek bedrijven, maar vooral bestuurlijk oplossen. Waar Kok ooit zijn socialistische veren afschudde, Balkenende zedenpredikte heeft nu Rutte een hekel aan vergezichten en idealen. Het ontbreekt aan visie op waar het met de samenleving naartoe moet. De oriëntatie is niet op een gewenste richting, maar op het voorkomen van bananenschillen en gedoetjes.
Wekenlang is Rutte nu bijvoorbeeld al weer doende om te kijken wat hij aan moet met de uitslag van een raadgevend referendum waar iets meer dan de helft van de 30% opkomst iets wil dat praktisch onmogelijk is: Europa een ander verdrag met Oekraïne laten sluiten. Gemodder op de vierkante meter terwijl het Midden-Oosten brandt, Poetin dreigt met kernwapens, het klimaat op hol slaat de verschillen tussen haves en have-nots onoverbrugbaar lijken te worden.
Maar voor een werkende democratie is het nodig dat tegenstellingen zichtbaar worden, dat keuzes voorgelegd worden, dat die keuzes pijn mogen doen. Democratie gaat niet alleen over realiseren, maar ook over het creëren van bindende idealen, over tegen de stroom invaren, over hartstocht en strijd.

We zien nu dat inhoudelijke en pragmatische argumenten en politieke wenselijkheden in wonderlijke mixtures door bewindslieden naar buiten worden gebracht. We zien ook dat de ambtelijke top over zoveel ‘politieke antenne’ moet beschikken dat onoverzienbaar wordt wat zakelijk verstandig is en wat de minister ideologisch wil. Politiek probleemmanagement is dus wat we zien
Ooit deed Frank de Grave (VVD-minister) het voorstel dat de kamer zowel het ambtelijk advies als de ministeriele voorkeur zou krijgen. De kamer kan dan zien wat technocratisch aantrekkelijk is (de managementoplossing) als wat politiek de voorkeur heeft van het kabinet of de minister. Dan kun je in het politieke debat weer terugvinden wat in het domein van de idealen hoort (met de daarbij passende ideologische argumentatie), als wat in het domein van het zakelijk en pragmatisch oplossen hoort.
Ik vind dat nog altijd een briljant voorstel. Je spreekt het ambtelijk apparaat weer aan op waar het goed in hoort te zijn: inhoudelijk argumenteren. En de minister op wat hij moet doen: politiek richtinggeven. Je kunt de kamer op beoordelen van de politieke lijn in relatie tot technisch realiseerbaar.
Ik weet niet veel van staatsrecht, maar ik kan me voorstellen dat het voorstel van Frank de Grave zo door het komend kabinet opgenomen kan worden in het regeerakkoord. Zou dat niet verfrissend zijn?

Groet, Jaap

Trump vs Hillary

20 oktober 2016


Beste Jaap,

 

Wat een gedoe toch rond die Amerikaanse verkiezingen. Botsingen en gevechten tussen twee kandidaten die beiden niet de populariteitspoll winnen. Potten die de ketel verwijten dat ‘ie zwart ziet. En vlekjes zitten aan allebei.

En man, wat kunnen die Amerikanen blamen en shamen. Hard tegen hard. Alles erbij halend wat in hun kraam te pas komt, of het nou van doen heeft met de taak waar ze voor opteren of niet. Het hoort natuurlijk bij hoe Amerika dat doet (hoewel we het aardig beginnen over te nemen), maar hier is nog wat anders aan de hand. De heersende politiek is verontwaardigd over de manier waarop Trump zich gedraagt. Hij voldoet niet aan de spelregels van de heersende politiek. Op zijn beurt verwijt Trump die zittende politiek nou hun eigen mores. Hij is verontwaardigd over de ‘oneerlijkheid’ ervan.

 

Ik heb er Jane Jacobs, een Amerikaans socioloog, maar eens bijgepakt. Ik moet steeds denken aan haar theorie over de botsende ethische systemen van openbaar bestuur en bedrijfsleven als ik dat geharrewar tussen die kandidaten zie.

Jane Jacobs stelt dat er twee grote ethische systemen in een maatschappij zijn: het çommercial moral syndrome’ (het waardensysteem van het bedrijfsleven) en het ‘guardian moral syndrome’ (het waardensysteem van de overheid). Het woord ‘syndrome’ gebruikt ze in termen van ‘stelsel’ niet van syndroom (hoewel je dat met deze gekte bijna zou verwachten J). Ze stelt dat het hier gaat om ethische systemen die zo anders zijn dat ze elkaar niet begrijpen. Het zijn systemen die van volstrekt andere waarden uitgaan, en op grond daarvan de waarden van de ander verafschuwen en afwijzen.

 

Hillary is groot geworden in het ethische systeem van het publiek bestuur. Zij is de verpersoonlijking van die waarden en leeft ernaar. Belangrijke waarden uit dat systeem zijn bijvoorbeeld ‘vermijd handel’, ‘wees dapper’, ‘wees gezagsgetrouw en gedisciplineerd’, ‘hecht aan tradities’, ‘respecteer hiërarchie’, ‘wees loyaal’, ‘bluf’, ‘neem wraak’ en ‘misleiden mag als dat voor de taak nodig is’. Kenmerken die nodig zijn voor het politieke spel. Allemaal voor de goede zaak. Liegen is daarom ook geen liegen.Dan Donald. Vleesgeworden ondernemer. Gepokt en gemazeld in het commercial syndrome. Welke waarden zijn daar belangrijk? ‘Concurreer’, ‘wees ondernemend en initiatiefrijk’, ‘wees inventief’, ‘wees eerlijk’, ‘wees openhartig en oprecht’, ‘scheid je af/creëer afscheidingen als de taak daarom vraagt’. Je mag elkaar pootje haken, de pas afsnijden, bedriegen (dat is allemaal concurreren), maar je doet het wel met open vizier. Allemaal kenmerken die nodig zijn om ondernemend en met lef te kunnen handelen.

 

Is die botsing tussen Clinton en Trump niet ook heel erg een botsing tussen die twee waardesystemen? En zou het zo zijn dat in Amerika die twee systemen op dit moment (of al langer) sowieso botsen? Dan is het niet alleen een verkiezingsfitty, maar een groter maatschappelijk vraagstuk. Onze kandidaten gaat het niet helpen. Je kunt elkaar immers alleen bevechten als je elkaars waardensysteem respecteert. Dan raak je elkaar. Doe je dat niet, dan is het enige dat ontstaat het diskwalificeren van de ander op grond van een inferieur waardensysteem. Ik ben heel benieuwd wat er zou gebeuren als een van beiden vanuit het waardensysteem van de ander zou gaan praten. Niks waarschijnlijk …

 

Want laten we wel zijn, in deze fase van de Amerikaanse verkiezingen is die mogelijkheid allang gepasseerd. Het is moddersmijten en jezelf zo goed mogelijk tegen de modder van de ander wapenen.

En ondertussen hou ik mijn hart vast. Want Trump omarmt nog een aantal andere waarden. Waarden waarvan je hoopt dat Jacobs ze nooit als derde maatschappelijk waardesysteem zal hoeven beschrijven.

Ik duim dat zelfs de Amerikanen die zich meer thuisvoelen bij het commercial syndrome en dus wel met Trump mee kunnen voelen, dit keer voorrang geven aan de andere kandidaat.

 

Groet,

Leike

Vrijwillig werken

9 oktober 2016


Beste Leike,

Interessant hoe werk dat moet gebeuren soms start als vrijwilligerswerk om later te transformeren tot geprofessionaliseerd en betaald werk.
Ook al omdat het soms omgekeerd gebeurt.
Professies worden geamateuriseerd. Zo volgde ik ooit de academie voor autodidactiek (destijds sociale academie geheten) waar welzijnswerkers werden opgeleid. Maatschappelijk werkers, kultureel werkers (ja, met een ‘k’ natuurlijk), inrichtingswerkers en personeelswerkers. Die eerste twee beroepen zijn zo’n beetje uitgestorven; dat doen vrijwilligers nu. Mijn vriendin Tijn bijvoorbeeld, ooit maatschappelijk werker, vrijwilligt in een hospice door voor stervenden te zorgen en helpt daarnaast Syrische statushouders hun weg te vinden in ons bureaucratisch doolhof. Voorheen allebei betaald werk, nu werk voor de vrijwilliger.
Zelf ben ik in mijn gemeente actief voor landschap en erfgoed. De gemeente is op zoek naar eigentijdse vormgeving van de relatie burger/overheid en vroeg me mee te denken over een cultuurnota. Daarover doorpratend raadde ik hen het mooie boek ‘Werken aan een wakkere stad’ van Jan van Ginkel en Frans Verhaaren aan. Daar werden zij enthousiast over en ze vroegen me een bijdrage te leveren aan bijeenkomsten met ambtenaren over dat thema. Nu kwam dit wel heel dicht in de buurt van mijn gewone werk; werk waar ik mijn brood mee verdien en werk waarin ik mijn professionaliteit markeer met overeenkomsten, tuchtregels van de orde en wederzijdse verplichtingen. Na wat wikken en wegen besloot ik dit advieswerk te blijven doen als vrijwilliger. Dit werk nu doen als professional zou me teveel ambiguïteit in de relatie met de gemeente opleveren.
Als je eenmaal met het thema bezig bent zie je steeds meer. Zo begeleidde ik van de week gebiedsmanagers in een gemeente. Een van hen stelde aan de orde hoe hij om moest gaan met het vraagstuk van een vrijwilliger die om een vergoeding vroeg. De vrijwilliger had een belangrijk maatschappelijk initiatief genomen (de stad had daar veel waardering voor) en nu ging er zoveel tijd in zitten dat hij gevraagd had om een vergoeding van zijn uren als ZZP-er. De gebiedsmanager twijfelde. Het geld was niet het probleem en zou het niet goed zijn de waardering zou tot uitdrukking te brengen? Maar wat zou het effect zijn op andere vrijwilligers? Komen er straks veel meer met een verzoek om betaling? Wat gebeurt er als je dat dan weer weigert? Maar ook: hoe borg je de kwaliteit van het werk? Zijn engagement en geworteld zijn in de buurt voldoende reden voor betaling? Of moet je ook prestaties of resultaten erin betrekken? Een boeiend dilemma.

Het is wel interessant, dat raakvlak tussen vrijwillig en betaald, dat net niet parallel loopt met amateur en professional. De manier waarop we ernaar kijken lijkt erg te zijn ingegeven door de tijdgeest. Een tijdgeest waarin we gezamenlijkheid en solidariteit steeds meer laten plaatsmaken voor het individu dat zijn eigen verantwoordelijkheid moet nemen. Verantwoordelijkheid voor mantelzorg, vrijwilligerswerk en al dat andere cement in de samenleving. Een overheid die kleiner moet en burgers steeds meer wil activeren om oude overheidstaken over te nemen.
Ik ben heel benieuwd wanneer de slinger van de historie weer de andere kant op zal slaan. Zodat degenen die niet sterk genoeg zijn voor veel ‘eigen verantwoordelijkheid’, zoals zieken, ouderen, net aangekomen vluchtelingen, gehandicapten en sociaal minder fortuinlijken wat minder afhankelijk worden van de willekeur van de ‘eigen verantwoordelijkheid’ van anderen in hun omgeving.

Groet, Jaap

Organisatievragen