Big data en manipulatie

15 februari 2017


Beste Leike,

In Buitenhof vertelde Tom-Jan Meeus over een artikel op Motherboard: “The data that turned the world upside down”.
Daar is te lezen dat de Trumpcampagne gebruik maakte van een heel enge vorm van Big-data. Iemand is erin geslaagd informatie van facebookprofielen zo te koppelen aan de big five persoonlijkheidsdimensies uit de psychologie, dat er heel gedetailleerde psychologische profielen van alle Amerikanen ontstaan. Door vervolgens heel gericht boodschappen te sturen naar die passen bij zo’n profiel kun je aan micro-beïnvloeding doen. Zo kon team Trump per doelgroep –bijvoorbeeld zwarte introverte instabiele zorgvuldige mannen van tussen de 25 en 33 jaar- gerichte berichten sturen over met specifieke beschuldigingen tegen Hillary. Wat landelijk tegenstrijdig leek aan het optreden van Trump, kwam onder meer voort uit beïnvloeding van kiezers op een veel kleiner niveau. In de eigen bubbel hoor je wat je aanspreekt.
Ik kreeg de associatie met twee indrukwekkende romans die ik onlangs las. Velen kennen de Cirkel van Dave Eggers waarin hij beschrijft hoe een bedrijf dat een soort combinatie is van Facebook en Google gaandeweg een totalitaire greep krijgt op het gedrag van de hoofdpersoon en vele anderen.
Het andere boek is De zevende functie van taal van Laurent Binet. Hij schrijft een soort Umberte Eco-achtige detective die zich afspeelt onder Franse filosofen in de jaren tachtig. De kern is de zoektocht naar de sleutel van performatieve taal. Dat is taal die tegelijk onomkeerbaar handelen is. Als ik zeg: “ik waarschuw je” dan vallen taal en handeling samen. Je bent gewaarschuwd, of je wilt of niet. Performatieve taal is taal die macht in zich draagt. In het boek zijn politici op zoek naar die performatieve taalsleutel, je snapt waarom.
Het lijkt erop dat Trump iets gevonden heeft waarin zijn taal enorm machtig is. Hier kan zelfs Machiavelli een puntje aan zuigen!
Ik keek altijd naar de serie House of Cards waar een door en door machtsbeluste en immorele Frank Underwood het tot president schopt…. Een keurige schooljongen vergeleken bij het origineel van nu in het Witte Huis.

Ondertussen hebben we in Nederland ook een verkiezingscampagne. De partij Denk gebruikt trollen – neppersonages op social media – om mensen zwart te maken. Wilders fotoshopt politieke tegenstanders in een foute context. Het RTL-verkiezingsdebat wordt afgezegd omdat het frame voor VVD en PVV niet gunstig is.
De politiek verwordt tot de moraal van het betaald voetbal: Alles mag als de scheidsrechter het maar niet ziet. Soms ziet de scheids het echter toch en krijg je een schimmenstrijd over een zoekgeraakt bonnetje. Jouw verlies is mijn winst. Waarom zou je de bal spelen als op de man spelen zo makkelijk is?

Wat kan ik terugverlangen naar de tijd dat het maatschappelijk debat om de inhoud ging. Om ideeën, ideologie, tegenstrijdige opvattingen over waar het heen moet met ons land en de wereld? Politiek als ideeënstrijd?
Als ik vroeger voetbalde op een landje met de buurjongens deden we dat voor ons plezier. Het poorten van een tegenstander, een vliegend schot. En als we per ongeluk iemand hard omver liepen zeiden we sorry en gaven we natuurlijk hem een vrije schop. Sportiviteit.

Ik zie nu links en rechts politici zich zorgen maken over ‘de toon van het debat’. Mooi, ik stel voor dat ‘sportiviteit’ een kernbegrip wordt in de politieke moraal: het oneens zijn, maar de spelregels in ere houden.

Groet, Jaap

Reageer

Organisatievragen